2 Mei, Córdoba, Rustdag

Voor een dag is de druk eraf zodat kalm aan gedaan kan worden. In de naastliggende “goedkope” poort ligt de ontbijtruimte, waar de vriendelijke receptioniste nu ook serveert. Het is een afhaalbuffet voor Spaanse normen behoorlijk rijkelijk zodat er goed van genomen wordt. De overnachting kost 40 Euro, het ontbijt apart 8 extra. Buiten deze topdagen zelfs minder. Voor een zo grote toeristenstad alleszins redelijk.

Er zijn zelfs Nederlanders aanwezig die hier hun auto kwijt kunnen en veel Fransen.

Een goed adres; Hotel Maestre, Calle Romero Barros, tel. 957472410.

Nu de stad bekijken en vooral de Mezquita. Het centrum ligt dichtbij waarbij langs de vele poorten in de lange muur van de Moskee gelopen wordt naar de ingangspoort.

Vele oude poorten in de Mezquita


Deze is geopend zodat vrij de binnenplaats opgestapt kan worden. Het is een grote binnentuin met groene sinasappelbomen en palmen. Deze worden goed onderhouden met sleuven voor de bevloeiing.


Sinasappelbomen worden goed bevloeid


In de patioachtige binnenruimte (Patio de los Naranjos) is veel te zien aan ornamenten, klokkentoren, gebouwen en uitgestalde zaken uit de Moorse tijd.


Geometrische patronen Moorse oude teksten


Natuurlijk ben ik niet de enige maar lopen duizenden mensen rond die de Mezquita willen bekijken. Ooit was het na Mekka de grootste van de wereld met plaats voor 20.000 gelovigen, dus er kan nogal wat in. Om 10:00 uur gaan de deuren open en kan eerst een kaartje gekocht worden.


Toegangskaartje

Met honderden andere bezoekers wordt naar de ingang geschuifeld, waarna door de immense ruimte die geopend wordt de vele bezoekers niet als storend ervaren worden.

Wat een indrukwekkende belevenis. De grote schemerige ruimte vol met bogen steunend op pilaren met exotische kleuren lijkt het een sprookje uit duizend en een nacht. Wat toch wel opvalt is de niet te harde integratie van Christelijke symbolen in deze oorspronkelijke Mezquita, hoewel velen hier anders over zullen denken. Veel is intact gebleven met Arabische teksten en de ruimte waar de Iman gelovigen voorging. Dit is weliswaar verstoord door de grote Catedral die midden in de Mezquita naderhand is aangelegd. Toch maakt het geheel een harmonieuze indruk en geeft een prachtige symbiose van Moorse en Christelijke bouwkunst weer.


Ingang Mezquita


Je stapt zo uit het Moorse verleden de Christelijke wereld in. De Catedral is uitbundig zeer kunstig versierd en wekt diepe bewondering voor de vakkundigheid van de toenmalige bouwmeesters en kunstenaars. Langs de buitenranden van het gebouw zijn de vele Capillas gebouwd gewijd aan bekende heiligen.


Gewelf Christelijke Catedral


Zelfs restanten van de eerste Visigotische Kerk die hier stond zijn terug te vinden. Enkele uren worden in de immense ruimten doorgebracht, waarbij het overigens wel steeds drukker wordt. De bezoekers zijn zeker voor Spanjaarden behoorlijk ingetogen. Wachtlieden zijn aanwezig maar niet opvallend. Aan één van hen vraag ik waar het beeld van Santiago staat, helaas, dit symbool van de Reconquista is nergens te vinden. De Mezquita wordt hierna gedetailleerder beschreven voor de liefhebbers.


Mezquita de Córdoba, transformatie naar een Catedral
Was na Mekka indertijd de grootste ter wereld. Het gebouw is na een bewogen geschiedenis onder invloed van verschillende culturen en geloven een curieuze mix van stijlen geworden.

 


Verschillende culturen en stijlen komen in dit gebouw samen en lopen na eeuwen bouwen vloeiend in elkaar over, wat tot een architecturale merkwaardigheid van grote schoonheid heeft geleid!

De buitenzijde van het gebouw is vrij sober in zijn rechthoekigheid met een grote Patio en opvallende klokkentoren. De binnenzijde des te opmerkelijker.


Visigotische mozaïeken in de Mezquita

Op de plaats van een Romeinse Tempel gewijd aan Janus (waar januari van afgeleid is) bouwden de Visigoten de Christelijke kerk van San Vicente Mártir. Na de verovering door de Moren in 711 werd de helft van de kerk gekocht en als Moskee ingericht. Niet veel later werd de gehele kerk omgebouwd en moesten de Christenen de kerk opgeven. Het vrijgekomen materiaal werd hergebruikt bij de uitbreiding van de Moskee gestart in 756 onder Abd el-Rahman I. De benodigde marmeren zuilen werden uit de vele Romeinse villa’s gesloopt in de omgeving. Deze waren eigenlijk te kort wat werd opgelost door een tweede boog aan te brengen en zo zou zorgen voor het unieke karakter van het gebouw. Door afwisselend rode baksteen en beige kalksteen te gebruiken zorgde dit voor een levendig kleurenspel.



Bij verdere uitbreidingen werd steeds het bestaande systeem gevolgd. Onder Abd el-Rahman II in 848 werd een speciale gebedsruimte aangebracht voor de Emirs, la Maqsura, de huidige Capilla de Villaviciosa, die na de Christelijke herverovering als hoofdruimte voor de Eredienst zou worden gebruikt.


Oostelijke wand Capilla de Villaviciosa


Ingang Maqsura


Plafond van de Maqsura


Abd el-Rahman III bouwde in 957 de Torre del Alminar als Minaret waar de Muezzin 5x per dag opriep tot gebed. al-Hakim II vergrootte de Moskee en bouwde de Mihrab, een gebedsnis die de Qibla = gebedsrichting Mekka aangaf.


De Mihrab


In deze nis, waar het geluid van nature versterkt wordt, gaat de Imam voor in gebed. De nis is met Byzantijnse invloeden rijk versierd. Opmerkelijk is dat de Qibla (richting) afwijkt omdat deze op 112 graden staat i.p.v. de noodzakelijke 150 naar Mekka. Waarschijnlijk omdat de Omajjadenheersers uit Damascus afkomstig waren en dit precies die richting is. Buiten werd de Patio de los Naranjos aangelegd (eerst met palmen), met fontein waar de rituele wassingen verricht konden worden. De Moskee was nu groter dan die van Damascus, een referentiepunt in de Moorse wereld.


In 987 werden met 8 extra beuken de grootste uitbreiding door Almanzor toegevoegd aan de oostzijde. Dit ging ten koste van de symmetrie, waardoor de Mihrab zijn centrale positie verloor. Almanzor had in al zijn macht steeds geld tekort zodat soberder gebouwd werd en de bogen niet meer uit rode baksteen en beige kalksteen bestonden, maar de kleuren er met rode oker opgeschilderd werden.

De Moskee had nu 1200 zuilen en was na Mekka de grootste met ruimte voor 20.000 gelovigen.


Geschilderde dubbele bogen


In 1236 heroverde Koning Fernando III, el Santo, Córdoba. De speciale gebedsruimte voor de Emirs werd verbouwd tot Capilla de Villaviciosa meer geschikt voor de Christelijke Eredienst en zijn symbolen. Bovendien om het nadeel van de zuilengalerijen te ontlopen.


Capilla Villaviciosa


De Patio werd beplant met 98 sinasappelbomen en kreeg zijn tegenwoordige naam (Naranja = sinasappel).


In 1523 was de behoefte aan een echte Christelijke gebedsruimte groot waarvoor Karel V toestemming gaf dit in het hart van de Moskee te verwezenlijken. Hiervoor werden 400 zuilen verwijderd wat tot heftige discussies leidde omdat iets unieks vernietigd werd. De architecten Hernán el Viejo en later zijn zoon Hernán el Joven bouwden een schitterende kruisvormige Renaissance Basiliek dat meer dan 100 jaar zou duren.


Basiliek


Schatkamer


De Torre del Alminar werd na stormschade in 1589 omgebouwd tot klokkentoren met als zelfde doel; de gelovigen op te roepen, met ernaast de Puerta del Perdón (Poort van vergeving). De toren werd in 1755 versterkt na schade door de aardbeving bij Lissabon. De rest van de Mezquita had door de versterkende werking van de Basiliek dit natuurgeweld goed doorstaan.


Torre del Alminar

Vanaf de Patio de los Naranjos


Plattegrond Mezquita


Hierna werden verschillende inpandige kapellen gebouwd maar lag de grote lijn van het gebouw vast.

Het gebouw is één van de grote trekpleisters van Spanje en staat op de Werelderfgoedlijst van de Unesco.

Pogingen van Moslims om te mogen bidden in de Mezquita worden door de Bisschop net als voor andere geloven afgewezen. Wat in Spanje tot ongemakkelijke reacties leidt. De Bisschoppen zijn bang voor verwarring en dat Moslims “hun” Moskee weer terugeisen. Biddende Moslims worden door de veiligheidsdienst tegengehouden!


Na het bezoek aan de Mezquita is het tijd om bij te komen van al de indrukken. Dat kan op een meer wereldse manier in de straatjes erachter. Dit is de Judería, de oude Joodse wijk, met heerlijke smalle kronkelige straatjes vol open winkeltjes die hun kleurrijke waren aanprijzen. De straatjes komen steeds wel uit op een intiem pleintje met middeleeuwse huizen die mooi bewaard zijn. Drommen mensen slenteren rond waarbij flarden van verschillende talen te horen zijn. Het toch al aanwezige vakantiegevoel wordt zo wel verhoogd.


Judería


Het pleintje waar gisteren al gezeten werd is gauw gevonden, waarna een paar Cañas het goed doen. De prijzen zijn wat aangepast door het hoge toeristen gehalte maar er is een hoop te zien. De Judería had zijn hoogtepunt in de gouden jaren van Córdoba tussen 1000 en 1492 toen Joden, Moren en Christenen, met tussenpozen, redelijk tolerant naast elkaar leefden en elkaars talen, godsdienst en gewoonten respecteerden. Één van de bekendste geleerden uit deze tijd komt hier vandaan; Maimodines (1138 – 1204), bij de Joden bekend als “Rambam”. Een Joodse arts, filosoof en theoloog, die gedwongen als Moslim bekeerd de Joodse traditie bleef volgen en een stempel drukte op het intellectuele denken in deze tijd en zelfs als voorloper van Spinoza beschouwd wordt. Hij verkondigde vooral het redelijke en tolerante hoewel zelf gedwongen te vertrekken onder de toenemende druk van fanatieke Moslims.

Mozes Maimodines


Met tussenpozen wordt de stad verder verkend. Voor bezoeken aan Musea is de zin verdwenen. De gehele stad is een groot Museum zodat een cirkel door de oude stad richting de Guadalquivir gemaakt wordt. Daar ligt het Alcázar de los Reyes Cristianos uit de 14e eeuw, waar Isabelle en Ferdinand nog Columbus ontvangen hebben.


Alcázar de los Reyes Cristianos


Vanaf hier is het maar even naar de Puerto del Puente aan de Plaza del Triunfo waar een gezellige drukte heerst met optredens en muziek.


Puerta del Puente aan de Guadalquivir


Onvermijdelijk voert de weg weer langs de Mezquita waarvan de vele Poorten erg op elkaar lijken. Vooral het straatje achter de Moskee is levendig met mooi zicht op de klokkentoren.


La Puerta de San José Calle Cardenal Herrero


Tussendoor naar het behaaglijke hotel voor een middagtukje. Het is uiteindelijk Andalucía en je moet je aanpassen aan de gewoonten. Inderdaad is het ‘s middags buitengewoon rustig als iedereen onder zeil is. Zo worden weer nieuwe krachten opgedaan voor de verdere tocht morgen. De helft zit er bijna op wat heel goed bevalt en duidelijk verschillend van andere Caminos.


Hetzelfde Restaurant als gisteren is de plaats voor de avond. In deze oude wijk is een andere specialiteit van Córdoba te zien en bezichtigen; Patios. Geheel in de Moorse stijl hebben de huiscomplexen een binnenplaats dat beschermt tegen zon, warmte en koude. De muren, vloeren, trappen en balkons worden uitbundig versierd met kleurrijk gevulde bloempotten. Dit in combinatie met prachtig kunstsmeedwerk een lust voor het oog. Enkele foto’s hiervan geven maar een kleine indruk van deze pracht. In mei wordt het Concurso y Festival de Patios, Rejas y Balcones gegeven waarbij de Patios vrij te bewonderen zijn en bezoekers van overal aantrekt.


Patios


Dezelfde halve haan met 2 poten wordt weer besteld en zowaar opgediend. De avond wordt opgeluisterd door langslopende groepen vrouwen gekleed in Flamencodracht fel rood met witte balletjes en veel roesjes. Ze verdwijnen verderop in een straatje. Het blijkt om de Concurso de Cruzes te gaan, waarbij broederschappen in buurten strijden om de mooiste versierde kruizen. Het straatje komt uit op een plein met feesttent, versieringen en dans bij Parroquia de San Fernando. Het geheel is een feestelijk gebeuren vol Flamencoklanken.


Concurso de Cruzes


Vol indrukken terug naar het dichtbijliggende Hotel en de slaap pakken. Morgen met frisse moed het laatste gedeelte. De rugzak is al op orde gebracht!

Begrippen en uitdrukkingen in Spanje

Door de vele woorden in Spanje die men tegenkomt en die verwijzen naar historische of taalkundige begrippen hierna een verklaring van enkele regelmatig voorkomende uitdrukkingen.

Vandalen: Volk in Noord Afrika dat vanuit Carthago omstreeks 400 Spanje overheersten

Visigoten: West Germaanse stam die voor 711 Spanje beheersten

Moren: Islamitische bewoners van Middeleeuws Spanje vooral uit Noord Afrika
afkomstig

Al Andaluz: Naam die de Moorse veroveraars gaven aan het Iberisch schiereiland

Omajjaden: Arabische dynastie, vrij liberaal van 750 – 1027 in Spanje

Almoraviden: Berberdynastie, open bewind, 1088 – 1146 in Spanje

Almohaden: Strenge Berberdynastie 1157 – 1269 in Spanje

Nasriden: Laatste Berberdynastie over Gránada 1237 – 1492, definitief verslagen

Moriscos: Moren die na Christelijke veroveringen niet uitweken en (schijn) Christen
werden.

Mozárabe: Van oorsprong Spaanse Christenen die onder de Muzelmannen leefden

Muladís: Personen uit gemengde voorouders, die Muzelman waren geworden (terug te
vinden in het woord Mulat voor kleurlingen in Amerika)
Musalima: Bekeerden tot de islam

Muzelman: Verouderde uitdrukking voor Moslim

Saracenen: Verouderde uitdrukking voor Moslimbevolking uit de Llevant

Ottomanen: Turks Islamitische veroveraars

Mujahidin: Moorse Guerillastrijders

Monfies: Na de herverovering Moorse Bandieten tijdens de 16 en 17e eeuw in Andalucía

Mudéjar: Moorse (bouw)cultuur onder Christelijke invloed verwezenlijkt

Medina: Arabisch woord voor stad of stadsdeel

Alcazaba: Moorse fortificatie

Mezquita: Spaans voor Moskee

Kalifaat: Groot Morenrijk bestuurd door afstammeling van Mohammed

Emiraat: Rijk bestuurt door Emir, soort Koninkrijk

Taifa: Onafhankelijke Moslimrijkjes door Iberië in de Moorse tijd

Kafir: Ongelovige (meestal zijn niet Christenen en Joden bedoeld)

Haram: Alles wat verboden is bij Islamitische wet

Hammam: Moorse baden

Dhimmi: Beschermde status Joden en Christenen onder Moren, tegen extra
belastingheffing

Fitna: Gevaar, verzoeking, het kwaad

Barbarije: Kustgebieden Noord Afrika met Berberbevolking, gekoppeld aan zeeroverij
in de 16
e tot 19e eeuw

Reconquista: Herverovering van Spanje op de Moren

Inquisitie: Kerkelijke Recherche op het “juiste” geloof, het aantal dodelijke
slachtoffers wordt overdreven; ca.2000 in 300 jaar. Vanaf 1700 niet
meer actief en in 1833 afgeschaft

Sefardië: Joden noemen Iberië Sefarad en als hun voorouders hier vandaan komen
zijn het Sefardische Joden

Marranen: Christelijk gedoopte Joden ofwel Nieuwe Christenen, vaak met behoud
Joodse gewoonten. Heeft door het eten van varkensvlees een slechte
bijbetekenis (zwijn)

Conversos: Bekeerden Moren of Joden
Nuevo Cristianos: Naar het Christendom geconverteerde Moren of Joden, die
generaties uitgesloten werden van overheidsfuncties

Ladino: Judea Spaans door Spaanse Joden gesproken en nog steeds in gebruik bij
sommige Sefardische gemeenschappen over de wereld

Limpieza de Sangre: Zuiverheid van het bloed (geen Moorse of Joodse voorouders)

Castillano: Algemeen beschaafd Spaans, afkomstig van Castilië (Burgos) en na de

herovering in geheel Spanje ingevoerd
Plateresco: Verfijnde rijk bewerkte ornamenten op gebouwen zoals een zilversmid zou
maken in de 15
e en 16e eeuw

Gouden altaar Catedral Sevilla


Hiermee is bijna de helft van de Camino Mozárabe afgelegd en wordt Deel 1 afgesloten.

 

tab