7 Mei, Hinojosa del Duque – Monterrubio de la Serena, 33 km

Het stadje uit loopt de route door het industrieterrein langs een groot slachthuis (Matero Municipal) met de bijbehorende geur. De velden beginnen er vlak achter. Het is wat bewolkt en minder warm maar het is nog vroeg.


Hinojosa del Duque – Monterrubio de la Serena



Hoogteprofiel


Een traject van 33 km vandaag met niets te krijgen onderweg. De route is landelijk vlak en afwisselend.

Wat bewolkt


Een bomenrij geeft de loop van de Arroyo de la Dehesa de las Viñas aan. Bij het droge weer is dit een wel heel klein stroompje geworden waar zonder natte voeten overgekomen kan worden.


Arroyo de la Dehesa de las Viñas


De landerijen blijven vlak tot een veehoeve opduikt met de nodige niet kwade honden waar dwars doorheen gelopen wordt. Op de achtergrond zijn de bergen, waar Monterrubia ligt, al te zien.


    

Ganadera el Coto Chico


Meteen hierna loopt links een ruw begroeid pad met drassige stukken dat uitkomt op de Arroyo del Cohete. Niet diep maar wel moeite om de voeten droog te houden wordt van pol tot pol gesprongen langs de kanten.


    

Arroyo del Cohete


In nattere tijden wordt het waden. In elk dalletje moet wel een beekje worden genomen. De route wordt puik aangegeven als altijd met de grote Mozárabe stenen.


    

Goed gemarkeerde route

Steeneikjes zorgen voor wat meer afwisseling waarbij steeds een merkwaardig geluid is te horen. Het klinkt met diepe houttonen als een Hobo. De bijbehorende (onopvallende) vogels laten zich niet zien maar blijven de gehele tocht een vaste begeleider. Ik noem ze maar Hobovogels. Bij navraag wisten de Spanjaarden dit ook niet te duiden. (Waarschijnlijk de Hop)


Monterrubio in de verte

Wat volgt is 5 km eenzame route door akkers en eikenbosjes. Zo nu en dan moet een hek open gemaakt worden en natuurlijk weer goed gesloten. Even zitten onder een boom om bij te komen.


    

5 km eenzame route


Het ratelen van een trein geeft aan dat verderop een spoorlijntje loopt. Het pad slingert naar de vervallen gebouwen van een oud stationnetje; Estación del Zúgar.


Bonte wikke, of Vicia villosa, behoort tot de familie der fabaceae (vlinderbloemigen)

Eenjarige plant. Komt voor langs wegen en spoordijken. Klimt met ranken omhoog langs andere planten. Lijkt veel op vogelwikke. Maar de kleur van de bloem is roder en behaarder. Middellandse zee plant dat in Nederland zeldzaam is. Wordt 1,5 m hoog en bloeit van mei tot september. De 6 cm lange bloemtrossen bevatten wel 30 bloempjes waaruit peulen met zaden ontwikkelen. Wordt wel aangeplant als veevoer. Binden stikstof uit de lucht (als alle vlinderbloemigen) waardoor het een uitstekende groenbemester is.


Afwijkend van de beschrijving in het Duitse boekje wijzen de pijlen over een asfaltweg de andere kant de heuvels in. Het ziet er goed uit dus waarom niet.


    

Alternatieve route met pijlen


De weg kronkelt over de heuvels door een mooie natuur met heerlijke vergezichten. Al gauw blijkt waarom deze route alternatief is; de Río Zúgar moet overgestoken worden.



Voorde door de Río Zúgar


Nu is dat in de droge periode geen echt probleem. Met droge voeten gaat dit niet lukken, dus worden de Teva sandalen aangetrokken, waarna door het water gebaggerd wordt. Aan de andere zijde voeten drogen en de wandelschoenen weer aan. Nogmaals: nooit met blote voeten om vallen door de spekgladde bodem en blessures door onvermoed glas of stukken ijzer te voorkomen! Dit is meteen het laagste punt van de route vandaag.


Een half uur verderop is de andere route te zien die over de spoorbrug verderop loopt. Mooi voor echt natte omstandigheden als het peil te hoog staat.


Alternatief over de spoorbrug


Het klimt behoorlijk naar de top waar een stenen tafel ligt. Aan alle zijden vrij uitzicht op de meanders van de Río Zúgar beneden.


    

Meanders van de Río Zúgar


Het pad komt uiteindelijk uit aan de voet van alweer een Ermita, nu van de Virgen de las Alcantarillas dat er niet zo opwindend uitziet.


Perzische korenbloem of Centaurea dealbata rosea, behoort tot de grote familie der asteraceae

Meestal eenjarige plant die langs graslanden en ruigten groeit. Bloeit van mei tot september fel lila. Onder het bloemhoofdje de kenmerkende geschubde knoop (knoopkruid). De naam Centaurea is afkomstig uit de Griekse mythologie, dat half mens / paard betekent. Is als kruid te gebruiken tegen verkoudheid en koorts.


Na al dit moois volgt het slechtste gedeelte van de hele route; de Carretera naar Monterrubio. Langs het asfalt wordt een eindeloze asfaltweg gevolgd, die gelukkig matig bereden is.


Oude brug


De oude brug die over een Arroyo ligt, waar de nieuwe weg deze afsnijdt, is een welkome afwisseling. In de verte doemt een groen bord op; de grens met Extremadura, waarbij Los Pedroches verlaten wordt.


Grens Extremadura


Goed is de eindeloosheid van de weg te zien die uiteindelijk naar links afbuigt en 8 lange km duurt. De blik op oneindig en vooral op de bermen letten is het enige dat overblijft. Opschieten doet het wel. Het laatste stuk loopt nog behoorlijk omhoog. Monterrubio ligt op de hellingen van de laatste uitlopers van de Sierra Morena en komt maar langzaam dichterbij. De lange straten door om aan het centrale plein eindelijk een terras te ontdekken. Het is weer behoorlijk warm geworden.


Iglesia de Nuestra Señora de la Consolación

(Kerk van Onze Lieve Vrouwe van Erbarmen)

Erachter Hotel Coto de la Serena


Een meisje helpt mij zoeken naar Casa Parroquial waar een Refugio is. Alleen.. de Pastoor die de sleutel heeft is er niet. Gelukkig ligt het Hotel Coto de la Serena ernaast waar de eigenaar een overnachting aanbied voor 20 Euro. Volgens zijn zeggen een speciale prijs, wat wel te geloven is; een mooie kamer met bad.


Monterrubio de la Serena

Met wapen van Alcántara

Monterrubio heette na herovering op de Moren in de 12e eeuw Alcantarilla

2500 inwoners

527 m hoogte


Het Hotel is een meevaller. Een heerlijk diner onder de klokkentoren. Ongelofelijk zoveel vogels er huizen. Trage ooievaars, scherende zwaluwen, pikkende duiven en vooral kwetterende mussen; een mooie avond.


Mooie bouwsels



Op het terras is een Spaans echtpaar neergestreken. Hoewel Spaans? Al gauw blijkt de man eigenlijk een Duitser te zijn uit Hamburg die Jensen heet. Hij heeft jarenlang als constructeur in de bouw gewerkt o.a. in Valencia onder Calatrava. Hij zit vol sappige verhalen over missers en corruptie in Spanje. Het beviel hem zo goed dat hij tot Spanjaard is genaturaliseerd. Zijn inmiddels 2e vrouw spreekt zelfs een aardig woordje Duits. Ze zijn op vakantie in het zuiden en trekken rond. De Patioshow in Córdoba is bezocht en heeft de nodige indruk gemaakt. Nu slapen ze in dit hotelletje om morgen weer verder te trekken.


De buren op de toren


Na de nodige Patxarannetjes wordt het bed opgezocht voor een weldadige nachtrust na 360,5 km!


tab