22 April, Vertrek Düsseldorf – Málaga
Na een lange winter is de zin groot in een nieuwe Camino. Dat gaat niet zo maar. Gebruikelijk eet ik uit eigen tuin, wat betekent dat deze kant en klaar ingezaaid en gepoot moet liggen en er hopelijk enige weken tegen kan, tot bij terugkomst het gevecht met het altijd harder groeiende onkruid aangegaan kan worden. Door de zachte winter ligt alles er vroeg pico bello bij en kan redelijk op tijd met de tocht in het zuiden begonnen worden. Het spitten en zaaien is meteen een mooie voorbereiding op de tocht; het kost de nodige kracht en je wordt er taai van.
Gezaaid en gepoot, veilig onder netten!
De Mozarábe met zijn hopelijk mooie weer in het verre zuiden trekt wel na de winter. De rugzak gepakt met elke keer weer zoeken wat wel en niet nodig is (zie paklijst!).
Tegen 12:00 uur brengt Loes mij met de auto naar het wel prettige vliegveld van Düsseldorf. Een week geleden is geboekt bij Air Berlin op een rechtstreeks vlucht naar Málaga. Dit kost weliswaar 100 Euro meer dan Ryan Air (180 Euro), maar gezien eerdere slechte ervaringen wordt dit extra graag betaald. Enige trage uren worden doorgebracht op het vliegveld tot ingestapt kan worden.
Vliegveld Düsseldorf
De vlucht is prima zonder verkoop van loten, waarbij zelfs nog voor een hapje met koffie en fris gezorgd wordt. Om 18:30 uur verloopt de landing soepel (vind ik altijd een hachelijk moment), waarna de rugzak van de band geplukt wordt. Naar de stad loopt een stadsbus die elke 15 minuten vertrekt.
Binnenkomst Málaga
Tegen het centrum aan wordt uitgestapt en de Plaza de la Merced gezocht. Door een voetgangersgebied is dit makkelijk te vinden. De temperatuur is heerlijk zacht in de vroege avond waarbij de geluiden, geuren en kleuren je meteen in de ambiance van Spanje doen onderdompelen. Het voelt een beetje als thuiskomen!
Málaga
566.000 inwoners
11 m hoogte
Voetgangersgebied
De Plaza de la Merced is rustig en vooral bekend omdat de grootste inwoner van de stad hier geboren is; Picasso. Het huis staat op de hoek waar de schilder op een bankje eeuwig voor zich uit kijkend zit.
Picasso voor zijn geboortehuis
☼Pablo Picasso, 1881 – 1973 (eigenlijk Pablo Ruíz y Picasso)
Zijn volledige naam is: Pablo Diego José Francisco de Paula Juan Nepomuceno María de los Remedios Cipriano de la Santísima Trinidad Martyr Patricio Clito Ruíz y Picasso. Dit verwijzend naar verschillende familieleden en heiligen (nog eens een naam!). Het blijkt een kind met een ongekend talent dat het woord potlood als eerste leerde uitspreken. Zijn ouders waren gegoede middenklassers. Vader was kunstenaar en professor die zijn zoon tekenen en schilderen leerde. Al op 13 jarige leeftijd overtrof hij zijn vader, die daarna niet meer durfde te schilderen. Hij stuurde hem naar de toonaangevende academies in Barcelona en Madrid. Al in 1900 ging hij naar Parijs, waarna hij de rest van zijn leven vooral in Frankrijk doorbracht en ook stierf. Picasso transformeerde de moderne kunst door nieuwe stijlen te ontwikkelen zoals kubisme, maar ook met zijn invulling van classicisme en surrealisme (Spanjaarden zijn hier goed in. Zie Dali, overigens geen vriend!). Talloos zijn de vrouwenaffaires en eigenlijk kon hij modellen alleen goed afbeelden als hij een diepere relatie met hen had. Een nieuwe liefde was vaak de opmaak naar een andere stijl (Blauwe periode, Roze, Kubistisch, Klassiek, Surrealistisch, Abstract, enz.).
* Picasso was een echte Bohémien. Met mede controversiële
kustenaars vormde hij “La Banda Picasso”. In 1911 werd
hij ten onrechte beschuldigd de “Mona Lisa” uit het
Louvre gestolen te hebben. In 1913 bleek dat een Italiaan dit op zijn
geweten had en werd het doek teruggebracht.
Portrait d’Olga dans un fauteuil
Les Demoiselles d’Avignon Garçon á la pipe
Hij was 2x getrouwd en had 4 kinderen bij 3 vrouwen. Picasso was tegenstander van Franco maar heeft nooit in een leger gediend (sommigen noemde hem daarom een lafaard!). Was uiteindelijk communist en atheïst en ontving dan ook prijzen uit Rusland.
Bij
zijn overlijden werden de successierechten aan de Franse staat
betaald met werken uit zijn grote collectie. Die vormen nu de kern
van het Musée Picasso in Parijs. Picasso’s werken worden
tegen recordprijzen verkocht (> dan $100 miljoen). Tot zijn
bekendste werk behoort Guernica als aanklacht tegen de onmenselijke
bombardementen door de Duitsers tijdens de Spaanse burgeroorlog. De
Ruta del Norte loopt door het herbouwde Guernica waar het tableau van
Picasso prominent is afgebeeld (tegeltableau).
Aangrijpende afbeelding van Guernica (Zie Ruta del Norte)
Er net naast loopt een steegje; Calle San Juan de Letrán, waar de slaapplaats voor vannacht te vinden moet zijn. Halverwege een wat shabby aandoende ingang met het bord; Picasso’s Hangout.
Ietwat shabby
Dit
is een backpackhostal, vanaf het internet gevonden. Vanuit Nederland
vantevoren geprobeerd te reserveren, maar men vroeg vooruitbetaling
met creditcard. Niet gedaan natuurlijk, maar hetzelfde meisje
ontvangt mij vriendelijk en heeft een bed vrij (ca. 16 Euro) op een
duistere kamer in een hoekje. Prima, daar is de nacht best door te
komen. Het geheel ziet er donker, hokkerig en afgeleefd uit zodat
meteen Pelgrim geworden wordt. Er kan meegegeten worden wat wel goed
uitkomt. Voor 6 Euro is er niet eens slechte pasta door het meisje
bereid die met vriend het huis runt. Ze zijn eigenlijk
Oostenrijks/Australisch en grappig vreemd. Ze geeft ook de eerste
stempel in het Credential. Deze heb ik meegenomen uit Roncesvalles en
niet direct van toepassing hier. Een echte is hier wel te krijgen bij
de Asociación Jacobea de Málaga, zie internet.
☼ Credential del Peregrino
Het Credential is een belangrijk document. Het is hét bewijs dat je een pelgrim bent en aan de stempels van de overnachtingplaatsen kan men zien hoe de tocht verloopt. Met het Credential word je over het algemeen geholpen in Refugio’s / Albuerges, kerken, kloosters, raadhuizen en politiebureaus. Als je minimaal de laatste 100 km gelopen hebt krijg je in Santiago in het Oficina del Peregrino de oorkonde “Compostela” op naam en in het Latijn overhandigd. Voor de liefhebber; het geeft recht op een volledige aflaat. Dat was vooral van belang voor de tot deze tocht veroordeelde misdadigers in de middeleeuwen (en natuurlijk de ware gelovige). Stempels wil men je overal wel geven, zoals in cafés en zelfs stalletjes onderweg. Ik heb dit beperkt tot de overnachtingplaatsen en alleen een extra stempel bij speciale omstandigheden, zoals een klooster, toegevoegd. Zorg bij overnachten zonder stempelmogelijkheid wel voor een stempel van die dag en dat mag ook van een bar zijn. Men moet je tocht kunnen controleren! Draag het Credential in een plastic hoesje met een touwtje om je nek anders is het papier, door de hoge temperaturen berg op en af, met de kortste keren doorgezweet. En verlies hem vooral niet!
Note: De laatste 100 km (fietsers 200 km) wil men in het Oficina del Peregrinos tegenwoordig 2 stempels per dag zien. Zorg dus in Cafés onderweg een extra stempel mee te nemen!
Credential van Roncesvalles met stempels van de Mozárabe
Málaga
wordt nog even ingelopen waarbij de buurt nogal rustig blijkt te
zijn. Dichtbij ligt de Alcazaba het best bewaarde Moorse fort van
Spanje. Niet zo raar als je bedenkt dat pas in 1487 de Christenen
erin slaagden de Moren te verdrijven (Granada als laatste bolwerk
viel in 1492).
Alcazaba
Het straatje van het Hostal is smal, vol met eettentjes, geroezemoes en gezellig. De avond wordt doorgebracht op een terras in de zwoele lucht. Een Duits meisje vertelt journaliste te zijn en heeft een Spaanse vriend. Vooral Baena op de route is volgens haar mooi. Naderhand blijken ze enkele rondjes weggegeven te hebben. Wel een schok om aan de prijsjes hier te wennen. Een Caña of de wat grotere Tubo (tapbiertjes); alles word afgerekend voor 1 Euro per stuk! In het Hostal is het zoeken via uitgesleten trappen en gangetjes naar het bed, waar de eigen slaapzak uitkomst biedt. Hoera, na de warme ontvangst vandaag, morgen het begin van de route!