6 September, León – La Robla, 27 km
Op
de zondagmorgen kan pas om 7:30 uur ontbeten worden. De auto staat
veilig aan de zijkant en op pad gaat het. Om de route te bereiken
eerst 1,5 km terug over de Río Bernesga om in Carbajal de la
Legua te komen.
De Río Bernesga zal ons de gehele dag leiden
Carbajal is een langgerekt dorp waar je gewoon doorheen moet. Duidelijk is de niet te missen bewegwijzering perfect uitgevoerd door de organisatie Quatro Valles.
Duidelijke
wegwijzer
(De kaartjes van dagtrajecten en hoogteprofielen zijn geleend van Eroski Consumer)
Dagtraject en hoogteprofiel
Aan de rand van het dorp gaat het asfalt over in een breed zandpad. Toch al 8 km vanaf San Marcos waar de route begint.
De Campo begint
De vrije natuur is begonnen. Een beetje dor in de nazomer maar nog genoeg te zien. Een soort langgerekte bergrug wordt in de lengterichting gevolgd waarbij de begroeiing dichter wordt.
Beneden het dal van de Río Bernesga
De boompjes zijn voornamelijk steeneikjes met in het dal peppels die groener zijn en meer water nodig hebben. Dorpjes rijgen zich aaneen langs dit dal. Onze route is op een enkele wandelaar in het begin verlaten. Spanjaarden houden van Maria die in de bomen terug te vinden is.
Maria’s in de steeneiken
Schapen op de heide
Een kudde schapen graast op een heideveld tegen de berghelling aan. Alles straalt een heerlijke rust uit. We zitten op de Camino en hebben er zin in. Afgesproken is de tijd te nemen en er geen snelloopwedstrijd van te maken. Hejo heeft een aneurysma en moet oppassen vooral met klimmen. Evengoed lukt het de dagtrajecten op tijd weg te zetten.
Na een vervallen hoeve en een stroompje begint het echte werk; een steile klim over een geërodeerd zandpad naar het hoogste punt van vandaag (1000 m).
Flink aan trekken!
Aan de andere zijde net zo naar beneden tot een bron met goed drinkwater langs de kant staat. Op deze route zijn voldoende waterpunten aanwezig. Sleep niet teveel gewicht aan water mee. Even verderop een kastje met een Gastenboek, pleisters en noodmiddelen. De zaakjes zijn goed voor elkaar.
Goed water Kastje met noodmiddelen
Cabanillas
Het dorpje Cabanillas is klein met een mooie Albergue Municipal. We zijn gisterenavond op het terras nog uitgenodigd om bij een echtpaar koffie te komen drinken, maar dat was om ca. 11:00 uur en het is nu toch al ruim over twaalven. De inwoners kennen hem wel maar bij de woning is alles verlaten. Geen probleem; er tegenover ligt de herberg waar we lekker uitrusten.
Cabanillas met Herberg
Kerkje gewijd aan San Salvador
Als 17 km voldoende zijn, een prima gelegenheid om te overnachten. Aan de muur een bord met telefoonnummer. Het dorpje is wel zo klein dat niets te krijgen is. Zorg dus voor eigen voorraadje.
Achter
de Herberg
De
temperatuur blijft beneden de 30 C en is bijna ideaal. ’s
Ochtends bij de start was het 8 C dat snel oploopt, zodat het dunne
truitje uitgetrokken kan worden. Voor Pelgrims met een hekel aan
hitte is dit een ideale tijd, bovendien valt nu de minste regen.
Hejo heeft nog even het idee om hier te blijven, maar het is 13:00 uur en de laatste 10 km moeten wel lukken.
Aanmoediging
Door een begroeid dal volgen we de oevers van de Río Bernesga langs berghellingen.
Steeds de Río Bernesga La Seca de Alba
La Seca de Alba ligt aan de linkerzijde van de Río. Hier moet een barretje liggen, maar dan moeten we van de route af en we halen het volgende dorp wel. Op de achtergrond komen de bergen nu snel dichterbij. Dat belooft wat voor morgen!
☼ Blauwe distel of Kruisdistel of Eryngium bourgati, familie Apiaceae
Overblijvende
plant typisch voor gebergte in Spanje. Groeit op droge rotsige bodem
tot 2000 m hoog. Bolvormige blauwe bloemhoofdjes. Sterk stekelig.
Bloeit van juli tot augustus. Wortels zijn eetbaar en worden gebruikt
als volksmiddel tegen ontstekingen en tal van aandoeningen door zijn
sterk anti bacteriële werking.
Het gebied heet La Seca en is bekend om zijn “Encinas” (eiken). Mooie paden over zacht golvende weggetjes. Kleine stroompjes ruisen langs het pad dat nu door tunneltjes groen verloopt. Perfecte wandelroute en volledig uitgestorven!
Gebied La Seca bekend om zijn “Encinas”
Het volgende dorp is Cascantes de Alba waar we vriendelijk onthaald worden.
Peren
zoveel je wilt
Er
is een kruiwagen vol peren geoogst. Ze zien er uit naar wat wij
“Klapsperen” noemen. Lekker sappig met het probleem dat
ze meteen moeten worden opgegeten omdat ze na een paar dagen
verweken. We moeten handenvol meenemen. Als we een foto maken springt
de vrouw snel achter het muurtje buiten zicht. De bevolking is open,
behulpzaam en makkelijk benaderbaar.
Even
verderop een verrassing waar we echt aan toe zijn; Bar Esteban met
terras op de zonzijde. De Bar zit op de zondagmiddag vol met
feestende dorpelingen waar doorheen gedrongen wordt voor een
welverdiende Caña. Ondanks de drukte komt de eigenaar Marcos
met een bord prachtige Pinchos langs die we beslist moeten proeven.
De Bar is een erkende stempelplaats.
Later vertelt Marcos sinds een jaar de Bar te bezitten. Hij is een talenwonder, niet zo vreemd, want tot vorig jaar was hij Mecanicien bij Ferrari met de autoraces.
Marcus de mecanicien
Het
dorpje stelt verder niet zoveel voor. Niet verwonderlijk, hij vertelt
dat van de 11 jongelui er 9 weggetrokken zijn, vaak Europa in. De
streek heeft het moeilijk nu de mijnen
verder gesloten worden. Hij woont verderop in de richting Buiza waar
in de winter soms wel 1,5 m sneeuw ligt en hij ingesloten is.
De
laatste km naar La Robla moeten langs de Carretera gelopen worden.
Gelukkig is deze praktisch verlaten. Voor ons uit een enorme
energiecentrale waar de route langs voert. De centrale draait op
kolen die nog steeds gewonnen worden en de streek voorspoed brachten.
Vooral nadat een smalspoortreintje naar Bilbao was aangelegd eind
1800 voor de ijzerindustrie. De centrale verbruikt 6000 ton (?) kolen
per dag en zal onder vuur liggen om te sluiten gezien het verminderen
van de CO2 uitstoot.
Energiecentrale
De Ermita de Celada wordt opgeslokt door de centrale maar nog net in stand gehouden. Dit Romaanse kapelletje stamt uit de 13e eeuw en bevat het beeldje van de “Virgin de las Nieves” de patroonheilige van La Robla.
Ermita
de Celada
Na
de nederlaag van de Moren op de Christenen in Cavadongo trokken
restanten van het leger zich terug langs de Ermita. Christenen hadden
een hinderlaag gelegd, waarna een verbitterde strijd losbarstte. De
Virgin de las Nieves (Maagd van de sneeuw) zorgde ervoor dat het
midden augustus begon te sneeuwen wat ongewoon is. De Christenen waren in het nadeel, maar de
Moren zagen hierin een omen en werden verslagen. Elk jaar augustus
zijn er vieringen bij deze kapel.
La Robla
4480 inwoners
958 m hoogte
La Robla in moet over een voetgangerstunnel gegaan worden. De aanloop naar de Refugio is een paar km dwars door het niet erg opwindende stadje. De Albergue is gesloten, maar een telefoontje en een half uurtje later komt er een Hospitalero.
Albuerge La Robla
De herberg is mooi en compleet ingericht met keuken, zitruimte, wasserij en slaapzaal. Het ziet er nieuw en schoon uit.
Muurschildering
Ernaast ligt een speeltuintje met Bar, dat helaas gesloten is. We moeten terug naar het centrumpje om te eten.
Centrum La Robla
In het ondergaande zonnetje eerst een Caña bij een nogal vreemde snuiter die zijn kleindochter bij het serveren denkt te helpen. Wel vermakelijk. Aan de andere zijde een heerlijk restaurantje waar een Menu del Dia voor 10 Euro vanzelfsprekend is. Wat is Spanje toch een heerlijk land! Met Hejo worden prettige bomen doorgezaagd, waarna we op tijd het bed in duiken. De eerste loopdag zit erop en is na 27 km prima verlopen!