26 Augustus, San Clemente - Las Pedroñeras 25 km
San Clemente uit valt nog eens op hoe zorgvuldig de Spanjaarden hun steden schoonhouden. Overal wordt gespoten, zijn borstelauto’s in de weer en vuil weggeveegd. De rand van het stadje gaat abrupt over in de Campo, waar de lemen wegen met grind en keislag weer opgepakt worden.
Weer de Campo in
Al gauw wordt het groener door de immense wijnvelden. Dit geeft toch wat extra afleiding waarbij bovendien zo nu en dan een trosje druiven geplukt wordt. Deze zijn zo eind augustus al behoorlijk rijp, zowel de rode als de witte.
Immense wijnvelden
De wegen zijn nog steeds volkomen uitgestorven zodat niemand te zien is. Bovendien wordt in het routeboek gewaarschuwd dat onderweg geen drinken te krijgen is. Het is dus zaak voldoende bij je te hebben. Natuurlijk heb ik fris, yoghurtjes en bananen ingeslagen zodat Las Pedroñas wel gehaald moet kunnen worden.
Amforen
De afslagen naar de boerderijen worden nu aangegeven met reusachtige stenen Amforen. Vroeger werden ze gebruikt om wijn in op te slaan. Inmiddels is dit ook vervangen door het minder idyllische Roest Vrij staal. De vinificatie is sowieso geweldig vooruit gegaan zodat La Mancha van hoeveelheidproducent steeds meer overgaat naar kwaliteitsproducten, zowel rood als wit. La Mancha is de grootste producent van Spanje.
Wijngebieden Spanje
47 is la Mancha
Elke keer is het weer opmerkelijk dat druiven in deze gortdroge klei voldoende water kunnen vinden. Ze wortelen ongelofelijk diep. Hoewel, overal klinkt het geluid van waterpompen die voor bevloeiing zorgen, terwijl bij veel struiken dunne rubberslangetjes lopen.
Ook de Ruta de Don Quijote
Bij de volgende afslag staat weer een Amfora met een paaltje van de Ruta de Don Quijote, die dezelfde weg volgt. De boer komt vanaf enige honderden meters om te informeren wat voor een snuiter ik ben. Het doel Santiago komt goed aan, hoewel nog ver weg en zomers loopt hier niemand!
Net voor een verhard landweggetje wordt bereikt staat een boer in zijn veld naar de verweerde zonnebloemen te kijken. Hij is trots, want ondanks de droogte zijn ze groot. Terwijl ze na het zaaien geen regen of water meer gehad hebben, zoals hij vertelt.
Licht golvende wegen
In de verte is de ruïne te zien van Santiago de la Torre. Ooit een trotse burcht uit eind 1400 behorend tot de Orde van Santiago, nu vervallen en als opslagplaats gebruikt voor de boerenbedrijven ernaast.
Aanloop Santiago de la Torre
De berg stro die er ligt blijkt het loof te zijn van de geoogste knoflook.
Ruïne Santiago de la Torre
De gebouwen geven schaduw wat na 15 km dé plaats is om een stop te houden.Het is tegen 12:00 uur en het wordt explosief warmer.
Río Záncara
Het kasteel staat op een hoogte om de rivierovergang te verdedigen. Het pad loopt door een valleitje over het riviertje, waar ondanks de droogte toch nog wat water stroomt. Meteen is het dichtbegroeid wat in de blonde dorheid des te meer opvalt. Het land golft zachtjes verder, terwijl de weg ook wat meer kronkelt. De velden liggen er naast de druiven voornamelijk kaal en onbebouwd bij. Een boer is bezig met een stenenschudder achter de trekker de keitjes uit zijn land te halen en gooit deze op grote hopen.
Land van de Knoflook; “Ajo”
De kale velden worden bebouwd met de volgens eigen zeggen wereldberoemde “Ajos Morados”, ofwel paarse knoflook.
Ajo Morado
Knoflook is culinair niet meer weg te denken en is al volgens de oude volkeren buitengewoon geneeskrachtig (het luchtje hoort erbij, maar als jezelf ook gebruikt ruik je het niet!).
Las Pedroñeras afficheert zich als Capital International del Ajo, ofwel wereldhoofdstad van de knoflook. Spanje is goed voor minstens 155.000 ton per jaar. De knoflook wordt gepoot in december, in juni geoogst en is nu allang van het land. Enkele bolletjes zijn achtergebleven.
Om 14:30 uur wordt het lange eind van Las Pedroñeras binnengelopen. Bij de Policía Local wordt gevraagd naar het adres van de Refugio. Dat is hier het parochiehuis een eind het plaatsje in. Aan de poort rammelen helpt weinig want er is niemand. Gelukkig komt na enige tijd een oud autootje aangereden met Cura Isidro die mij naar binnen laat.
Patio Refugio
Het oude gebouw heeft een mooie patio en een kamertje met 2 bedden voor de Pelgrims. Het geheel is een tikje vies, maar gratis en de douche is in ieder geval goed.
In het plaatsje is met enige moeite een café te vinden en verder niets te beleven. Om te eten moet enkele km naar de rand gelopen worden naar het enige restaurant bij de Carretera. Hier wordt tijdens het eten de regelmatige terugkerende voetbalwedstrijd “El Classico” tussen Madrid en Barça op de televisie gevolgd. In deze regio zijn ze duidelijk voor Madrid (Barça wint!).
Casa Parroquial
De Pastoor is niet thuis bij terugkeer, maar heeft een poort volgens afspraak een beetje open gelaten, zodat vroeg in bed gedoken kan worden. Inmiddels zijn 333,8 km afgelegd!