26 Mei, Chartres – Méru 133 km
Ontbijtende jongelui zitten aan lange tafels in de eetkamer, waar ik bij aanschuif. Een gezellige boel met een zelfbedieningbuffet. Zo midden in de stad met alle bezienswaardigheden op loopafstand is een jeugdherberg een prima oplossing en zeker aan te raden. Helaas zal ik ze vanaf nu gaan missen. Bij het vertrekken is de receptionist natuurlijk extra fel op het terugkrijgen van de sleutel, waarna het op pad gaat.
Chartres – Méru 133 km, Dagtraject 44
Chartres uit tegengesteld de route lezen blijkt een kleine ramp zodat na de paardenrenbaan en vliegveld linksaf gebogen moet worden om het dal van de Eure weer op te pakken. Door Champhol en St.Prest lukt dit eindelijk na de vele industriegebieden doorgestoken te zijn.
Wasplaats aan de Eure bij St.Prest
Door het groene dal met zijn vele dorpjes is het lekker fietsen. De wegen zijn redelijk vlak zodat goed opgeschoten kan worden.
Dal van de Eure
In de dorpjes is het bijna uitgestorven, maar ze hebben een ontegenzeggelijke eigen sfeer.
Uitgestorven dorpjes; Jouy
Deze streek met zijn vruchtbare land en vele grotten in de hellingen langs de riviertjes is al sinds mensenheugenis bewoond. Een mooi voorbeeld van restanten zijn de overdekte opgravingen van een complex van Dolmen bij St.Piat, waarvan de oorsprong ook alweer 5000 jaar terug gaat.
Overdekte opgravingen Dolmencomplex in St.Piat
Maintenon is de eerste wat grotere plaats waar zelfs koffie gekregen kan worden op een aarzelend terrasje bij wat somberend weer.
Château Maintenon
Maintenon
Het is een opmerkelijk plaatsje waarvan het kasteel als Markiezaat geschonken werd in 1674 aan Madame de Maintenon door Lodewijk de XIV (Louis Quatorze). Ze was zijn Maîtresse en na overlijden van Maria-Theresia zijn 2e echtgenote in een Morganistisch huwelijk (zonder rechten voor de kinderen). Madame Maintenon was berucht door haar intriges vooral ook met haar grote invloed op de koning.
Aquaduct bedoeld voor Versailles
Achter het kasteel lopen de restanten van een aquaduct die Lodewijk de XIV liet bouwen door Vauban, de beroemde Fortenbouwer, om het water van de Eure te gebruiken om de tuinen van Versailles 110 km verderop te voeden. Het is nooit voltooid!
Maintenon uit zijn in de begroeide kalksteen hellinkjes nog grotwoningen te zien, waar zelfs een Restaurant in gevestigd is.
Grot
Chartres – Méru (net na Hénonville) (Van rechts naar links)
De Eurestreek wordt nu verlaten waarna door een heuvelachtiger landschap door uitgebreide loofbossen gestoken wordt. De weg komt zo nu en dan door een rustig dorpje zoals Bourdonné waar niemand je in de weg loopt.
Bourdonné
Door het nu meer golvende landschap is het vooral genieten van de wisselende natuur. Ook hier staan bloemen die apart zijn en typisch voor de kalkstreek, zoals de opvallend blauwe veldsalie.
Veldsalie
In Tacoignières ligt aan het dorpspleintje een vriendelijke Resto waar het gezellig zitten is in de omfloerste zon. Bovendien kan er een simpel menuutje gegeten worden en dat is al heel wat. Ondanks dat vanaf nu in een grote boog om Parijs gereden wordt is daar eigenlijk weinig van te merken en is het erg landelijk met verlaten dorpjes.
Koolzaad bijna uitgebloeid
Koolzaadvelden zijn hier ook volop en nu bijna uitgebloeid. Het is toch nog aardig op en af door de uitgebreide bossen, waarbij zelfs even geschuild moet worden voor een flinke donderbui. De weg loopt ineens 3 km steil naar beneden waar zowaar de Seine in het dal ligt. Het dal is dicht bebouwd en ligt vol met spoorlijnen, autosnelwegen en steden. Toch houdt de route een betrekkelijk rustige weg aan door Mézières, waarna de drukke bruggen van de Seine overgestoken moeten worden.
De Seine
De rivier oogt weinig spectaculair maar, na over de drukke bruggen geworsteld te zijn, geeft het toch het gevoel een soort grens over te zijn: Noord Frankrijk! Dit is ook aan het landschap en vooral de dorpen te zien die anders ogen. Gargenville door wordt de behoorlijk drukke D130 gevolgd, waar meteen maar eens flink 5 km geklommen moet worden het dal uit.
Dit gedeelte is toch nog bijna onverwacht bergachtig en dat houdt voorlopig nog wel aan. Het is het Parc Naturel Régional du Vexin, dat kalksteenformaties bevat afgewisseld door bossen, landbouwculturen en slaperige dorpjes, waar bijna nergens wat te krijgen is.
Eindelijk boven staat een bron; de Fontaine Saint Gaucher. Water zou wel van pas komen, maar de bron is niet onderhouden en staat droog.
Fontaine Saint Gaucher
Tot Vigny is het landschap prachtig maar maken de opstekende wind en de felle hellinkjes het niet makkelijker, zodat zitten bij een typisch prettig licht gestoorde Castelein in een Tabac met Café een welkome afwisseling is. Hoewel Hénonville 20 km aan de route verderop ligt had hij er nog nooit van gehoord. Het is een ander district en dan houdt het op.
Na Vigny
In Hénonville moet een Camping zitten, maar de borden zijn nergens te vinden. De steile helling af sta je dan in het centrum van het dorp waar een enkele winkel open is. Ja, de Camping zit boven op de berg, dus terug een helling van 10% op! Dat lokt echt niet aan dus maar verder naar Méru. Het is al na zevenen en behoorlijk afzien omdat de kilometers nu echt gaan tellen.
Richting Méru
Als op de laatste loodjes Méru binnen wordt gefietst is het zoeken naar een onderkomen het eerst geboden. In het fietsboek wordt verwezen naar de enige mogelijkheid: Café des Sports. Om in het bos te gaan liggen is overwogen maar, door het steeds donker dreigende weer, toch maar niet.
Het Café des Sports zit vol Marokkanen, maar geen vooroordelen; gewoon proberen. Een merkwaardig oud kereltje met bardame bedienen de klanten. Op mijn vraag of hij een bed heeft wordt nogal moeilijk gedaan. Uiteindelijk lukt het en wordt de fiets veilig gesteld en via een bouwvallige trap de kamer gezocht. Goeie grutten; onbeschrijfelijk! Het bed is zonder kussen, lakens enz. Geen handdoek, vieze WC, douche en zoals later blijkt geen elektriciteit. Gelukkig heb ik zelf een slaapzak die, met het alsnog verkregen kussen door eigen handdoek overdekt, het bed afschermt.
Barre kamer
Als al gedoucht is blijkt voor deze vieze zooi ook nog 30 euro betaald te moeten worden. Het idee buiten te moeten slapen weerhoudt mij weg te lopen, zodat uitonderhandeld wordt dat minimaal het ontbijt erbij zit. Het rare kereltje zegt er niets aan te kunnen doen, want hij is niet de baas.
Het enige wat redelijk is zijn de pilsjes, die de meeste gasten niet drinken, want het zijn Moslims. Als ik buiten even bel, het pilsje neerzet op de vloer en wegloop is deze bij terugkomst onmiddellijk kapot getrapt. Fijne jongens!
Het goede was het eettentje aan de overzijde waar een weinig spannende maar vullende Pizza gegeten wordt. In het bijna donker op de kamer blijkt de elektriciteit niet te werken zodat het zaklampje uitkomst biedt. Bovendien zie je dan alles niet zo!
Voorzichtig het bed in om niets te raken na 133 km. Totaal nu 4492 km met een gedenkwaardig nachtje voor de boeg.
Gelukkig werkte het water!