28 April, Jaca – Puente la Reina / Gares 123 km

De route naar Spanje ligt voor mij open. Het boek bestuderend wil deze met een onmogelijke omweg naar San Juan de la Peña. Dat betekent van 830 m eerst weer naar 1300 m hoogte, voordat een steile afdaling volgt.

Jaca profiel

Jaca – Puente la Reina

Goeie grutten, deze Clemens Sweerman heeft wel een voorkeur voor bergen (Hetgeen hij beaamde tijdens een gesprekje op de najaarsbijeenkomst van het Genootschap in Schoorl!). Natuurlijk is dit klooster een prachtig voorbeeld van de oude Christelijke bouwkunst, vol met verhalen over de instandhouding en herovering op de Muzelmannen tijdens de Reconquista. Maar omdat de bovenbenen een korfje van subtiele spierpijn vertonen, wordt besloten toch maar de gelukkig niet zo drukke N120 te volgen,  wat veel km scheelt.

dagroutes Spanje fiets 2011

Jaca – Puente la Reina/Gares, 123 km, Dagtraject 19

De weg volgt rechtstreeks het prettig aflopende brede dal van de Aragón. Aan de zuidzijde wordt nu parallel aan de Pyreneeën richting Puente la Reina op de Camino Francès gereden.

SDC11396

Brede vlakke dal

Alhoewel, er zijn er meer! Na een 25 kilometer ben ik bij de eerste brug (Puente) van de Koningin: De Puente la Reina de Jaca. Deze loopt over de Río Aragón en is een onopvallende brug in een onopvallend saai maar oud plaatsje.

SDC11397

Puente la Reina de Jaca

SDC11398

De Río Aragón vanaf de brug

De weg is breed, waarbij zelfs wat geklommen moet worden. In de verte zijn steeds de bergen met zijn suikertoppen te zien. Het landschap is droger en opener aan de zuidzijde en prachtig groen.

SDC11399

Zuidzijde met open landschap

Vooruit ligt op een soort strategische tafelberg Berdún. Dit nu bijna verlaten plaatsje bewaakte het Ansódal erachter.

SDC11400

Berdún

De snelweg slingert verder door het dal van de Aragon. De uitzichten laten ook geërodeerde berghellingen zien. De natuur heeft waarschijnlijk te weinig vat op deze kleiachtige en droge vaste hellingen om er planten op te laten aanslaan.

SDC11401

Geërodeerde hellingen

Langzaam komt het stuwmeer “Embalse de Yesa” in zicht. Aan de rechterzijde van de weg vormt, zelfs voordat het eigenlijke meer te zien is, water een soort moeras. Men wil het peil van dit meer tientallen meters omhoog brengen, wat de aanleg van een compleet nieuwe weg hogerop inhoudt.

SDC11402

Soort moerasmeer

Escó bewaakte net als eerder Berdún het dal, waar van oudsher alles doortrok. Ook dit dorp is praktisch verlaten op de eroderende berg.

 

SDC11403

Escó

SDC11404

De rustige N240 langs het meer

Links is het meer steeds beter te zien en zorgt voor prachtige vergezichten achter het felblauwe water. Langs de oevers is het verre van vlak en regelmatig moet aangezet worden voor weer een klimmetje van 8 of 9%.

SDC11405

Bloeiende Gaspeldoorn

SDC11406

Embalse de Yesa

De Gaspeldoorn bloeit zo vroeg in het voorjaar uitbundig felgeel. Ook in Nederland komen deze sterke doornachtige planten op zandgronden en vooral duinen voor en zijn zelfs een indicator hiervan (midden in een kleigebied kan een zandruggetje zitten!). Raak er niet in verzeild want de dorens zijn heftig (vooral op de Ruta del Norte lopen er paden doorheen!). Ze lijken wel wat op brem, maar de dorens maken ze onverwisselbaar, bovendien hebben ze giftige peulen. Op de autosnelweg Arnhem – Ede bloeien ze elk voorjaar in de berm op het hoge stuk net voor Ede.

Bij de dam net voor Yesa moet nog eens behoorlijk aangezet worden, waarna in het stadje eindelijk een terrasje gevonden wordt. Het is langs deze route nogal eenzaam en cafeetjes zijn schaars zodat hier maar eens lekker gegeten wordt. Ondertussen is het ook al middag. Ongemerkt zijn we hier ook de grens met Navarra overgestoken. In Yesa kan een omweggetje  (3 km felle klim) naar het klooster van Leyre gemaakt worden. Een prachtig gebouw waar we tijdens hospitaleren in Roncesvalles enige jaren geleden al eens naar toe waren geweest. Het is een van de oudste kloosters van Spanje.

100_0530

Kloostercomplex Leyre

 

Monasterio de Leyre: vista de la cripta

Bekend om zijn indrukwekkende Crypte

Vanaf Yesa gaat de route eigenlijk via Javier waar de familie van Franciscus Xaverius vandaan kwam en ook het stamslot van de Bourbon Parma staat (de pas overleden ex van Prinses Irene, aanvoerder van de Carlisten).

Franciscus is met Ignatius de Layola oprichter van de Jezuïetenorde. Hij preekte in geheel Oost Azie omstreeks 1540, ook in Japan, waar de Shoguns deze bekeerders/veroveraars het land uitgooiden en uiteindelijk de neutralere Nederlanders de handel lieten. Franciscus is met Ignatius de belangrijkste heilige van de Jezuïetenorde. 

Rechtdoor over de rustige snelweg N240 gaat het verder naar Liédena. Hier kan de schitterende route gevolgd worden door de Hoz de Lumbier. Een onnavolgbaar mooie route over het traject van een eermalige spoorweg door het dal van de Lumbier. Prachtige kloven, waterpartijen en berghellingen worden gevolgd, terwijl op de riffen gieren huizen. Ook dit gebied is tijdens eerdere verkenningen bekeken zodat toch maar de N240 gevolgd wordt.

SDC11407

Opgraving Romeinse villa

Langs de route zijn de opgravingen van een Romeinse villa vrij te bezoeken terwijl ertegenover de Hoz de Lumbier met zijn Duivelsbrug goed te zien is. De eigenlijke fietsroute loopt door de kloof, met de ingezakte Duivelsbrug waarover het oorspronkelijk Pelgrimspad liep.

SDC11408

Hoz de Lumbier

 

100_0523

Vanaf de duivelsbrug

 

100_0528

Verderop langs de kloof

Een lang recht stuk N240 ligt nu voor ons waarna onder langs Pamplona gebogen wordt. Een lange en flinke klim volgt naar de Puerta Loiti toch nog 730 m hoog. De klim gaat kilometers door. Beneden zijn ze bezig met een autosnelweg die zo te zien minder bergen neemt, maar onbereikbaar is. Op een parkeerplaats is er tijd voor even uitpuffen en kom ik aan de praat met een Duitser die een tussendoorvakantie heeft. Hij moet er niet aan denken dit met de fiets te doen. Gelukkig is het steeds maar schitterend weer.

SDC11409

Dicht bij Pamplona

Eindelijk wordt na Monreal links afgebogen. Hoewel Pamplona in de buurt is benemen de bergkammen elk zicht hierop. De kilometers laten zich nu toch wel voelen na 100 km zodat bij een tankstation en later een restaurant langs de autosnelweg met een “Caña” (tappilsje) wordt bijgekomen. Ook hier waren onderweg geen gelegenheden even te zitten. Puenta la Reina moet toch echt gehaald worden vandaag zodat verder wordt gegaan.

Aan het binnenweggetje de NA601 staat links opeens Santa María de Eunate. Dit geheimzinnige achthoekige kapelletje uit de 12e  eeuw staat hier in volmaakte rust in het landschap. Er omheen een arcade bestaande uit 35 boogjes zodat het een sprookjesachtige foto geeft.

SDC11411

Ste.Marie de Eunate van 2 zijden

SDC11412

Al in de oudste tijden was Eunate een rustpunt en niet te vergeten begraafplaats voor de vele Pelgrims die de heen- en terugreis niet haalden. Bovendien is het een soort afsluiting van de Pyreneeën, omdat hierna de warmere streken wordt ingegaan.

SDC11413

35 Arcaden boogjes

 

Duizenden jaren hebben de pelgrims hier troost gezocht en gevonden. Bovendien was er een hospitaal voor de zieken. De 8 hoekige vorm duidt op invloeden van de Tempeliers. Spanje is nu goed begonnen dus op voor het laatste stuk!

SDC11410

Eeuwenoude ingang

 

SDC11415

Aansprekende Ornamenten

 

De rust wordt toch wel enigszins verstoord door busladingen met Spaanse toeristen. Zij hebben zeker recht de wonderlijke werking van dit gebouwtje te ervaren, maar lukt dat wel zonder de diepere gevoelens van een Pelgrim te hebben? Nu is de één van nature devoot terwijl een ander hard moet werken en afzien om enige spiritualiteit te ervaren.

Degenen die hier gevoelig voor zijn, lopen 3x blootsvoets over de keitjesbestrating langs de kerk. De mysterieuze spirituele kracht van dit oord kan dan het best gevoeld worden!

SDC11414

Santa María de Eunate

 

Naast het gebouwtje blijkt zelfs een refugio te zitten. Vooral Frans hoor ik en ze zijn nogal vroom. Een pilsje hebben ze natuurlijk niet zoals me verontwaardigd wordt verteld zodat rap het ros weer bestegen wordt voor de laatste kilometers naar Puente la Reina, of Gares op zijn Baskisch. De eindeloze rij windmolens van de Alto del Perdón lijken dichtbij waarna vanaf Obanos de Camino Francès wordt gekruist en het naar Puente gaat. Bij het hotel linksaf langs de snelweg. Hier kan goed en goedkoop gegeten worden wat in de gaten gehouden moet worden hier. Iets verderop aan de linkerzijde zit de Refugio de los Reparadores met een 100 stapelbedden.

SDC11416

Refugio de los Reparadores

 

Het wordt gerund door Spaanse kerkelijke vrijwilligers die dat met veel elan doen. De fiets mag door de zijpoort onder het afdak staan met anderen terwijl de wasjes er boven te drogen hangen. Aan de overkant loopt het Convento/Seminario van de paters Reparadores door tot de Romaanse kerk van El Crucifijo (kruiskerk).

SDC11417

Convento de los Padres Reparadores

 

SDC11424

Iglesia del Crucifijo

Het stadje in loopt een echte Sirga Peregrinal (Rúa Mayor), d.w.z. de langgestrekte hoofdstraat langs de oorspronkelijke pelgrimsroute, waar alles omheen gebouwd is. Tot Santiago zullen we steeds deze Sirgas in de steden tegenkomen.

SDC11418

Schaduwrijke Sirga Peregrinal

De schaduwrijke straat is zeker 700 m lang en voert langs de Iglesia de Santiago aan de rechterzijde met een prachtig rond Romaans Timpaan met Mudéjar invloeden. De Mudéjar invloeden zijn te zien in de Arabische vormen die vanaf nu steeds terug zullen komen.

 

SDC11419

Iglesia de Santiago met Romaans Timpaan

Nog een stuk verder loopt de weg tegen de Puente la Reina aan. Deze is in het jaar 1000 in opdracht van Doña Mayor, de Koningin van Navarra, gebouwd over de Río Arga om het de Pelgrims een stuk gemakkelijker te maken en uit handen van onbetrouwbare veerlieden te houden. Ze was de echtgenote van Sancho El Mayor.   

http://www.arquivoltas.com/6-Navarra/Navarra.jpg

Vlag met Wapen van Navarra

Navarra was een eigen Koninkrijk ontstaan in 824 toen de eerste muzelmannen hier verdreven werden en hield stand tot 1512 toen het Spaanse gedeelte opging in Castilië.

SDC11421

Puente la Reina

SDC11422

Stadspoort naar de Puente la Reina

De Puente la Reina is een machtig behouden monument waar door de stadspoort opgekomen wordt met een magnifiek uitzicht op de Río Arga en de omliggende bergen.

Bestand:Escudo de Puente la Reina.svg 

Escudo de Puente la Reina

Aan de andere zijde gaat een smal weggetje steil omhoog naar de vrij nieuwe refugio van Santiago Apostol. Mocht de eerdere refugio bij de Reparadores vol zitten is dit een goed alternatief, zoals zelf enige jaren geleden ondervonden. In deze refugio worden ook complete maaltijden verzorgd.

Terug de Sirga op is het tijd om even te zitten. In het midden bij een pleintje is het gezellig druk met Pelgrims in het zonnetje. Zelfs Nederlanders die al gauw van het blasé soort blijken te zijn en eigenlijk maar op Pelgrims neerkijken! Wat doen dit soort mensen op de route als je er totaal geen gevoel of respect voor hebt?

SDC11420

De Sirga terug

Aan het leuke terras zit ook een Restaurant. Een Pelgrims menu blijken ze niet te kennen wat zwaar tegen de gewoonte in is. Als blijkt dat de wijn ook nog extra en duur betaald moet worden is het tijd om op te stappen en een echt Restaurant te zoeken. Dit is te vinden aan het parallelweggetje iets zuidelijker naar de nieuwe brug, of bij aankomst in het begin bij het Hotel. Hier werd perfect een Menu Peregrino gegeten voor €10 incl. wijn!

In de refugio is het knap vol, rumoerig met niet al te schone toiletten. Op de kamer is het al wat rustiger met vele vermoeide halfslapende looppelgrims waar in het bovenbed bij aangesloten wordt. De spieren protesteren een beetje en het zitvlak heeft enige smering nodig. Vandaag toch nog 123 km weggezet totaal nu 1938 km!


tab