30 April, Navarrete – San Juan de Ortega 95 km

De lopers rommelen alweer volop in het donker zodat met het licht worden de algemene ruimte met keukentje wordt opgezocht. Hier is het zelfs mogelijk voor een paar Euro een ontbijtje te nemen gezellig met andere niet zo gehaaste pelgrims. Het wasje hangt nog buiten en wordt binnengehaald. De kunst is steeds je spullen zo overzichtelijk te houden, dat niets vergeten wordt bij vertrek. De fiets staat veilig in de garage waarop, na hartelijk afscheid van deze aardige mensen, de weg vervolgd wordt. 

dagroutes Spanje fiets 2011

Navarrete – San Juan de Ortega, 95 km, Dagtraject 21

Navarrete uit wordt eerst de Sirga om de berg heen gevolgd waarna het over de LR341 naar Sotés gaat. Het landschap is knap heuvelachtig met opvallende rode klei en veel wijnbouw.

SDC11444

Rode klei voor Sotés

Het hellinkje voor Sotés is 10% en wordt net genomen zonder af te stappen, waarna rechts naar de snelweg afgebogen wordt waar een stuk parallel aan gereden wordt.

Bij de berg met de zendmast heeft de strijd plaats gevonden in 778 tussen Ridder Roeland en de Moorse reus Ferragut zoals beschreven in het Roelandslied.

SDC11445

De Poyo de Roldán

Enkele van deze wetenswaardigheden komen voor in de (loop)beschrijving van de Camino Francès en worden hier herhaald omdat fietsers de looproute minder lezen!

☼  Roeland

 

1

Het Chanson de Roland

In het Spaans Roldán geheten, was een neef van Karel de Grote, Graaf van Bretagne en een vooraanstaande Ridder. Na de veroveringstocht van Karel de Grote in Spanje tegen de Moren lokten deze de achterhoede van het leger van Karel de Grote in een hinderlaag in de buurt van Roncesvalles. Deze achterhoede werd aangevoerd door de onverschrokken (Razende) Roeland. Met zijn zwaard “Durendal” was hij praktisch onverslaanbaar ( In de saga duelleert hij met de Moorse reus Ferragut).

Hij weigerde dan ook tijdig op zijn ivoren hoorn te blazen om hulp van het hoofdleger te krijgen. Toen hij als één van de laatste stervende was blies hij alsnog de hoorn, waarop het ijlings teruggekeerde hoofdleger hem dood aantrof. Dit alles vond plaats in 778, waarna in 1100 “het Roelandslied” als gedicht op rijm is uitgebracht. Natuurlijk werd hierbij de link gelegd dat de dappere Christenen van Karel de Grote vochten tegen de Moslims, waarbij Roeland op laaghartige wijze verraden en in de val was gelokt.

De werkelijkheid is dat op de terugweg van de legers nog even Pamplona werd geplunderd (hoewel Christelijk!), als genoegdoening voor de manschappen. De Basken waren hierdoor zo pissig dat ze wraak genomen hebben op de plaats die ze het beste uitkwam; in de Pyreneeën. In Pasaia aan de kust op de Ruta del Norte is nog steeds een monument waar deze overwinning van de Basken op de Franken wordt herdacht.  Geschiedvervalsing is van alle tijden!

Bestand:Roland.jpg

 

 Hierna volgt al gauw de bebouwing van Nájera waar onder langs een berghelling de Río Najerilla loopt. De grillige rode rotsen met gaten van grotten steekt over de oude stad met kloosterkerk  Santa María la Real, met een Pantheon waar Koningen van Navarra begraven liggen van 1000 tot 1100, nadat de Moren in 920 verdreven waren.

SDC11446

Nájera

Vanaf Nájera loopt de route via San Millán de la Cogolla. Deze route is nog bekend van 1999 toen een jaar na de eerste Camino gelopen te hebben op de Camping “El Ricon” gestaan werd. Met mijn inmiddels overleden vrouw werden met de fiets vanuit Nájera de beide kloosters Monasterio de Yuso en de Suso verkend. Yuso betekende beneden en Suso boven. In het oudste klooster Suso woonde San Millán met zijn volgers in 500 als kluizenaar in een grot.

 

http://upload.wikimedia.org/wikipedia/commons/4/4b/Escudo_de_la_san_millan_de_la_cogolla.svg.png

Escudo de San Millán de la Cogolla met afgehakte Morenkoppen?

Tijdens de Moorse overheersing slaagde men erin het Christendom te bewaren. De eerste Castiliaanse en Baskische teksten zijn in 900 in dit klooster opgeschreven. Normaal gebeurde dit in Latijn. Zodat hier het begin van de Spaanse taal ligt. Vanaf Yuso is het 1,5 km behoorlijk klimmen naar Suso met zijn mooie oorspronkelijke bebouwing met Mudéjar invloeden.

 

Bestand:. Monasterio de Suso (2) jpg

Suso het bovenklooster

 

File:Valle-de-San-Millán.jpg

Yuso het benedenklooster

 

Deze weg neem ik nu niet zodat de kortere Carretera N120 naar Santo Domingo de la Calzada genomen wordt. Iets wat overigens sterk af te raden is, omdat deze druk bereden weg ook nog verbouwd werd.

SDC11447

Gevaarlijke Carretera N120

Deze weg loopt steeds omhoog waarbij na Hormilla gedwongen over het krappe zijbaantje langs de drukke weg gereden wordt. Vaak ligt de weg enige meters hoger dan de greppel ernaast die in een stijl talud afloopt. Vooral de zware vrachtauto’s zorgen regelmatig voor een sterk verhoogde hartslag. Bij de bouwputten was deze zijstrook niet aanwezig zodat hachelijke doorsteken gemaakt moesten worden! Kortom sterk af te raden vooral omdat het ook nog eens 20 km duurt. Als ter plaatse van de Camping linksaf geslagen kan worden naar Santo Domingo is de vreugde groot. Via de Sirga gaat het naar het Centrum waar verschillende refugio’s zitten o.a. van de Cisterciënzer nonnen  aan de linkerzijde, dat wel erg Spartaans is. Net naast de Kathedraal ligt de nieuwe stadsrefugio.

SDC11448

Stadstoren

Santo Domingo de la Calzada betekent; de heilige Domingo van het plaveisel (of wegen). Deze leefde zo ongeveer in 1044 - 1109 en was eigenlijk een kluizenaar–ingenieur. Overal zorgde hij voor de aanleg van fatsoenlijke bestrate paden (Calzada) op de Camino, maar ook vaste bruggen over de Ríos, zoals hier over de Río Oja. Hij stichtte pelgrimshospitaals, refugio’s en begon met de bouw van de kathedraal. San Juan de Ortega was een leerling van hem. Santo Domingo ligt in een keurige sarcofaag in een aparte crypte in de kathedraal, tegen over het kippenhok (Gallinero). Vele wonderen worden aan hem toegeschreven en de Saga over de Haan en de Hen is een van de bekendste verhalen van de Camino!

Archivo:Escudo de Santo Domingo de la Calzada-La Rioja.svg

Stadswapen met Haan en hen

  Haan en Hen, legende
In 1020 was een Nederduits echtpaar uit Münsterland/Achterhoek met hun knappe blonde achttienjarige zoon Hugo onderweg. In de refugio van Santo Domingo viel de herbergiersdochter als een blok voor hem. Zij nodigde hem meteen uit de nacht samen door te brengen. De jongeling weerstond deze verleiding en wees het af. Zoals afgewezen vrouwen doen nam ze wraak, in dit geval verschrikkelijk, door de volgende morgen een zilveren drinkbeker in de ransel van de jongen te verstoppen.

Nadat ze vertrokken waren beschuldigde ze de jongen van diefstal, waarna de beker gevonden werd. De rechtszaak was kort en krachtig, volgens de Fuera van Alfonso X “de Wijze”; de galg! De ouders waren vertwijfeld maar moesten door naar Santiago, waar extra gebeden werd. Op de terugreis na 36 dagen vonden ze de jongeling nog steeds levend aan de galg, doordat Santiago hem ondersteunde!

De rechter werd opgezocht, die net zat te tafelen. Hij geloofde het verhaal niet en zei dat de smakelijk gegrilde haan en hen, waar hij net aan was begonnen, eerder zouden wegvliegen dan dat dit waar kon zijn. En zie; de haan en hen begonnen veren te krijgen, te kraaien en vlogen weg! De jongen werd direct van de galg gehaald waarna de deerne zijn plaats innam.

11

        Gallinero (Kippenhok) in Kathedraal            

 

Het verhaal van de haan en de hen is typisch voor Santo Domingo geworden, hoewel er meer plaatsen (Barcelos aan de Caminho Português) waren met een dergelijk verhaal (De kippen op het Iberisch schiereiland zijn erg vuurvast!). Al in de Codex Calixtinus van Aymeri Picaud uit 1139 wordt dit verhaal verteld. Vanaf 1350 wordt beschreven dat er kippen in de kerk zitten. De Gallinero is Gotisch en van 1460.

In het kippenhok zit een helderwitte haan met 2 hennen, die elke 2 weken ververst worden. De witte veren staan voor zuiverheid, zwarte veren voor het tegendeel en worden uitgetrokken! Er schijnt een levendige handel in zwarte veren te zijn!

Het hele verhaal doet wel wat denken aan de beproeving van Adam en Eva, waarbij (natuurlijk) de vrouw de schuldige is!

SDC11449

Kathedraal Santo Domingo

Santo Domingo is een leuk overzichtelijk plaatsje zodat het tijd wordt voor een Café con Leche. Om de stadswallen wordt langs de andere zijde de stad weer in gefietst, waar onder de platanen een terras te vinden is.

SDC11450

Stadswallen Santo Domingo met ooievaars

Het is echt de doorgaande Camino zodat veel looppelgrims te vinden zijn. Santo Domingo uit wordt toch weer de N120 opgezocht voor de kortste weg naar Belorado. Ook hier is het behoorlijk druk, maar minder bedreigend als ervoor, met regelmatige lange hellingen waarbij het eigenlijk al langzaam oploopt naar de Meseta. De vlaktes zijn behoorlijk kaal, waarbij het weer vandaag niet echt lekker is.

SDC11451

Castildelgado

In Castildelgado (smalkasteel) op de grens van Castilië loopt de route door het dorp waarna een fel dalletje wordt overgestoken over de Río S. Julian. Belorado ligt eigenlijk nogal onverwacht in een dal beschermd door een steile rotswand. Een mooi plaatsje waar op de markt met zijn onvermijdelijke platanen eens lekker gegeten kan worden, het is tenslotte al een eindje in de middag.

SDC11452

Belorado

Naar Tosantos is het maar een eindje waar de opmerkelijke refugio van José Luis zit. Alles gebeurt er donativo en gezamenlijk. Het zorgde eerder voor een prachtige ervaring.  Meteen hierna gaat het volgens de route rechtsaf het veld in om met een omweg over de Montes de Oca naar San Juan de Ortega te gaan.

traject3

Belorado - Sahagún

De snelweg volgen is mij eigenlijk te link met zijn steile klim bij de Puerto de Pedraja op 1130 m hoogte. Niet dat de binnenweg lager is; integendeel.

SDC11453

Richting de Montes de Oca

Bij Villalómez zitten we al op 990 m hoogte met weidse en kale vergezichten, waarbij zo hoog het voorjaar steeds verder weg is. Zelfs de slanke sleutelbloemen zijn weer terug.

SDC11454

Ook hier Koolzaadvelden

Het zijn kleine verharde binnenweggetjes met compleet uitgestorven dorpjes waarbij het kilometers klimt. In Villaescusa is het even mooi geweest en wordt een verlaten terras opgezocht onder een bleek zonnetje.

SDC11456

Villaescusa

Het laatste gedeelte pak ik zeker drie bergen en bem ik uren bezig. De omgeving blijft behoorlijk kaal met mooie dalen en ondanks het zwoegen is het een genot hier te fietsen. De Montes de Oca betekent eigenlijk ganzengebergte, hoewel die nu niet meer te zien is. Spanjaarden schieten op alles, net als Fransen, waardoor wild uitermate schaars is! Vroeger was deze streek berucht om zijn struikrovers. De dalen zijn ingezaaid met graan dat nu nog klein en diep groen is.

SDC11459

Dalen met graan

Net voor San Juan wordt het ineens bosachtig wat welkom is na al de kale vlakten en wordt rechtsaf geslagen naar het klooster. Hier is een gezellige drukte met pelgrims die een beetje zon proberen te pakken op het pleintje.

SDC11460

San Juan de Ortega

De refugio wordt gedreven door vrijwilligers uit Bilbao en een bed is gauw gevonden voor een paar Euro. Het is er behoorlijk vol ook. De fiets kan veilig op de Patio worden gestald, waar ook de wasjes te drogen hangen. Er is een café waar ze misbruik maken van hun monopoly door kleine en te dure drankjes te verkopen, maar in ieder geval in de zon gezeten kan worden. Met de vele pelgrims wordt het toch nog gezellig. Het schiet me te binnen dat het vandaag Koninginnedag is waarop maar een extra pilsje genomen wordt!

In de refugio houden ze de traditie van de overleden Pastoor Don José María Alonso in stand door knoflooksoep na de mis te serveren. Aan een lange tafel wordt hier elke dag gezamenlijk gegeten en afgewassen.

SDC11461

Patio refugio San Juan de Ortega

SDC11466

Gezamenlijk knoflooksoep

Behalve de refugio en het barretje is hier niets te beleven, hoewel in de huizen verderop later blijkt een menu blijkt te worden geserveerd. In het mooi gerestaureerd kerkje is de schrijn van San Juan de Ortega (hoen, brandnetel) te bewonderen die het klooster in 1100 heeft opgericht.

SDC11463

Schrijn van San Juan de Ortega

Hij was een collega van Santo Domingo en net zo’n bruggenbouwer en ingenieur. De bruggen van Logroño en Najera zijn oorspronkelijk door hem gemaakt. Hij stelde zijn leven in dienst van de pelgrims. Na op het terras de avond te hebben zien vallen wordt redelijk vermoeid in bed gedoken, met de nodige ingecrèmde schuurplekken op de billen, na toch nog 95 km te hebben weggezet en we 2118 km van huis zijn!

http://user.chollian.net/~boonstra/gif/fiets151.gif

tab