9 Juni, Grado – Salas 27 km
In het Hotel blijken nog meerdere pelgrims onderdak gevonden te hebben. Het ontbijtje is Spaans simpel maar een aardige bodem om te beginnen.
Grado uit moet meteen behoorlijk geklommen worden. Het steile weggetje wordt schuifelend naar boven gevolgd.
Terugkijkend op Grado
Grado – Salas
Het stuk tot de afslag naar San Juan de Villapañada met Refugio neemt toch nog een dik uur. Wat ben ik blij dit gisteren niet extra gedaan te hebben.
Afslag naar de Albuerge
Naderhand kwamen er van andere Pelgrims goede berichten over deze Herberg waar ook voor de gasten gekookt wordt. Nog steeds klimt het door. Minder leuk is dat de bewolkte hemel zijn water loslaat; parka weer!
Klimmen in een zachte regen
De bergtop is nog aardig hoog. De onderliggende autosnelweg gaat er met tunnels dwars doorheen, waarbij de rotsen ruw weggebroken zijn om een goed begin mogelijk te maken.
Opvallend uitbundig groeit de Roze Vlasleeuwebek in de bermen. Prachtige bloemen die typisch (endemisch) voor het Cantabrisch gebergte zijn en op de hele route present.
Roze Vlasleeuwebek (Paxarinos of Pajarillos)
☼ Roze Vlasleeuwebek of Linaria Triornithophora
De naam betekent vlas dat 3 vogels draagt naar de vorm van de bloemen. Deze kruidachtige plant bloeit van mei tot september. Komt vooral voor op zure steenachtige bodems. Op de Camino Primitivo één van de opvallendste veelvoorkomende plant, door zijn uitbundige bloei met felle kleuren paars/roze en licht geel in het hart. De plant is endemisch (komt uitsluitend in Noord west Spanje/ Portugal voor). Verdraagt geen strenge vorst.
Afdaling naar Doriga
Doriga ligt in het dal aan de andere zijde. De bergen gaan meer merkbaar worden. Eerst wordt een bron gepasseerd waar 4 Spaanse meiden luidruchtig uitrusten. De rest van de tocht zullen ze nog behoorlijk aanwezig zijn.
Puente la Meredal
De asfaltweg naar beneden ligt een rustig dorp; Samarciello.
Samarciello
Het is droog geworden en nog in de militaire parka wordt het dorp doorkruist. Ineens komt uit een zijweggetje een echte kwaaie reuzengrote Spaanse hond luid blaffend op mij af. Hij komt zo ongeveer tot mijn schouder en hapt met blikkerende tanden in de wapperende parka. Een vrouw roept de hond terug waarna hij gelukkig verdwijnt. Vol adrenaline reageer ik mij even af op de onachtzaamheid van zijn baasje, wat ze heel goed begrijpt. De Spanjaard die net voor mij liep had met stok de hond nog kunnen afweren. Opgelucht lopen wij hierna samen langs een mooie beek verder naar het langgerekte volgende dorp Doriga.
(Steeds vragen mensen hoe het zit met de gevaarlijke honden op de route. Hou in de gaten dat dit vaak overdreven wordt. Aangemoedigd door de wonderlijke (onzin) verhalen in boeken van Shirley mcLaine en Paulo Coello die eigenlijk niet over de Santiago routes gaan. Ze hebben elkaars boeken gelezen en komen nogal vreemde honden tegen. Op de normale routes gebeurt eigenlijk niets. Het beschreven incident is een echte uitzondering. Een stok kan goed helpen om eventuele honden op afstand te houden)
Mooi pad naar Doriga
Nu volgt een wild gedeelte over holle paden en grintwegen, berg op en af. Op moeilijke plekken ligt gelukkig een duidelijke pijl door vorige Pelgrims gemaakt, waardoor mislopen uitgesloten is.
Pijlen
Het pad komt uit op de Carretera met aan de overkant Kiwi plantages. Deze vruchten doen het goed in Spanje gezien de vele plantages aan de Noordkust. Het is een soort Chinese Kruisbes (Stekbes op zijn Achterhoeks = Stachelbeer). Vol vitamines maar onverenigbaar met melkproducten. Bij 8 vrouwelijke planten moet minimaal een mannelijke plant zijn voor de bestuiving.
Bloeiende Kiwi’s
Erg gezond, toch, op de één of andere manier, schrikt de gifgroene kleur van de vruchten mij af.
Met de Spaanse pelgrim Antonio wordt de Carretera gevolgd naar Cornellana waarbij de rivier de Narcea overgestoken wordt. Overal staan borden waarop zalmvissen gepromoot worden.
Río Narcea
Zoals in veel open rivieren in Asturias komt zalm voor waarop op grote schaal, maar met duidelijke restricties, gevist wordt. Knapen van 7 kg zijn geen uitzondering, wat best opmerkelijk is als je de ondiepe rivier bekijkt.
In Cornellana wordt eerst maar eens koffie genomen met andere Pelgrims op een terrasje. Het weer is bewolkt, gelukkig grotendeels droog zodat de parka binnenboord kan blijven.
De kleinere rivier de Nonaya wordt overgestoken waarvan het dal tot Salas gevolgd wordt. Het kloostercomplex van San Salvador ligt hier.
Monasterio de San Salvador
Het gebouw is opgericht onder de Koning van Léon in 1024, waarna het onder de regels van Cluny viel. Later bleef het een Benedictijner klooster die voor de Santiago Pelgrims zorgden. Ook nu is er nog een Refugio. Het complex is tot Nationaal Monument verklaard en maakt een nogal verlaten indruk.
De bossen worden weer opgezocht waar de Spaanse moeder en dochter weer ontmoet worden. Ze hadden in hetzelfde Auto Hotel overnacht. Vooral de dochter sprak, als zoveel jonge Spaanse, voortreffelijk Engels.
Spaanse Pelgrimas met Antonio
Het dorpje Sobreriba ligt voor ons en wordt doorgestoken.
Sobreriba
Antonio blijkt een opgewekte nogal komische snuiter te zijn van 32 jaar. Hij komt uit Extramadura maar werkt in Madrid in de Telecom. De crisis gaat niet ongemerkt voorbij, zodat hij moet vrezen voor zijn baan. Zijn Engels kan beter waardoor nogal naar woorden gezocht moet worden. Met het aanvullend Spaans van mij lukt de communicatie behoorlijk.
Begroeid dal
Als het in Spanje niet meer lukt denkt hij eraan om in het buitenland een baan te zoeken. Flair heeft hij in ieder geval voldoende.
Asturias blijft
Het gehucht Llamas valt alleen op door het luide geblaf van een hond, ditmaal veilig achter een hek. De blikkerende tanden zeggen genoeg. De honddichtheid van Asturias is overweldigend.
Hartelijk welkom geheten
De Camino verloopt door een groen landschap, prettig rustig waarbij aan de linkerzijde een half afgegraven berg ligt. Erts afgegraven? Kan zomaar want Asturias zit vol ertsen (koper, goud, arceen, bismuth) die nog volop gewonnen worden. De Romeinen dolven hier al goud, waarvan de restanten met nieuwe technieken nog weer lonend geëxploiteerd worden.
Erts afgegraven?
Hoewel bewolkt blijft het prima wandelweer bij een 20 C, waarbij Antonio voor de vrolijke noot zorgt.
Rijk begroeid
Het beekje de Nonaya wordt een paar keer overgestoken, waarna Salas voor ons ligt.
De Nonaya
Een opmerkelijk plaatsje met een oude kern. De kerk Colegiata Santa Maria la Mayor is nog een oude bisschopszetel van de plaatselijk familie Valdés.
Colegiata Santa María la Mayor
Vlag Salas
Iets verderop staat het kasteel van de familie uit 1500 en de vestingtoren uit 1300. Het is een oorspronkelijk plaatsje met ca. 6000 inwoners goed te overzien.
Castillo de los Valdés met Palacio Valdés
De Refugio ligt aan de rand en is de onderste verdieping van een nogal smakeloos woongebouw. De sleutel moet opgehaald worden in de bar iets verderop. Wel een prettige bar waar nog vroeg in de middag een lekker hapje gegeten wordt.
Refugio in smakeloos woongebouw
In de Refugio wordt het nog behoorlijk vol met 16 bedden, 8 per kamer en behoorlijk bedompt. ’s Avonds moet Nederland de eerste EK wedstrijd tegen Denemarken voetballen. Dit zorgt voor een gezellige boel in de bar, waarbij de hooggespannen verwachtingen meteen gedempt worden omdat ze met 1-0 verliezen.
In de Refugio zijn 4 Spaanse meiden gearriveerd die we al eerder gezien hebben en ook in de bar waren. Eén ligt in het stapelbed boven mij. Zodat gezegd wordt; He, ni roncar y ni ventesedor (niet snurken en scheten laten)! Lachen zodat na 98,7 km in de propvolle benauwde ruimte toch redelijk geslapen wordt.