18 Juni, Lugo – Friol 30,1 km
Antonio is nog in diepe slaap bij het vertrek, zodat ik even aan zijn teen trek om hem het beste te wensen. In het busstation wordt koffie gedronken, waarna langs de stadsmuren de route opgezocht wordt welke start bij de Puerto de Santiago. De weg loopt hier 100 m steil naar beneden tot de Miño, waarna het over de rivier rechtsaf gaat.
De Miño bij Lugo
Over de rivier loopt een grote groep Duitse en Franse Pelgrims die, na 800 m bij het kruispunt, allemaal de nieuwe zuidelijke route volgen.
Door de Junta de Galicia is de nieuwe route naar San Román keurig aangegeven met de stenen paaltjes en schelpen tot de route in Melide op de Camino Francès uitkomt. Deze drukke Route wil ik tot het laatst vermijden zodat de oude noordroute een goed alternatief is, die uiteindelijk uitkomt in Arzúa en daar de Camino Francès oppakt.
Kruispunt met de noordroute
In de nieuwe route is veel geïnvesteerd zodat op de oude route pijlen en alle mogelijke aanduidingen, vooral op het eerste stuk, grondig verwijderd zijn. Het is daarom zaak een goede beschrijving te hebben zoals het Duitse boekje, dat over het algemeen probleemloos te volgen is. Verderop hebben Spaanse vrijwilligers de route aangegeven met groene en blauwe pijlen. De route is werkelijk prachtig, rustig en een echte aanrader!
Kaartjes van deze route zijn slecht te vinden daarom bijgaand een poging, waarbij de route ingekleurd is op een kaart.
Noordroute (oude route)
Geel Lugo – Friol
Rood Friol – Sobrado dos Monxes
Groen Sobrado dos Monxes – Arzúa
Zuidroute (nieuwe route)
Paars Lugo – Ponte Ferreira – Melide – Arzúa
De noordroute is ca. 15 km langer dan de zuidroute maar daarentegen landschappelijk vele malen mooier en rustiger.
Het dagtraject vandaag is de gele route naar Friol zoals boven aangegeven.
Bij het kruispunt wordt rechtdoor gelopen en direct linksaf langs de oever van de Miño met een vrij uitzicht op het voetbalstadion van Lugo en een futuristische voetbrug.
Futuristische brug over de Miño
Deze route wordt een km gevolgd tot onder de viaduct van de autosnelweg wordt doorgelopen. Hier kan als voorproefje een mooi pad langs de oever gevolgd worden, waarbij houten vlonders door de ooibossen van het moerassige gedeelten zijn gelegd.
Moerassig gedeelte langs de Miño
Even later is het oppassen omdat van links het riviertje de Mera in de Miño stroomt. Langs dit riviertje is een pad aangelegd die 4 kilometer gevolgd wordt en door zijn schoonheid de noordroute tot een ongelofelijke gebeurtenis maakt!
De Mera stuwt bij de oude watermolen
Langs het riviertje wordt een goed aangelegd pad gevolgd door een prachtig groen dal dat steeds nauwer en steiler wordt. Alles dicht begroeid van een soms canyon achtige ruwheid. Op moeilijke gedeelten van het pad zijn houten vlonderwegen aangebracht die wel heel wat gekost zullen hebben en het pad voor iedereen ontsluiten.
Houten vlonderwegen zorgen voor goede ontsluiting
Van een opgestuwde rustig kabbelende beek wordt het riviertje steeds wilder door de hoogteverschillen.
Watervalletjes
Het pad loopt kilometers door en volgt de kronkelige loop van de Mera met steeds mooi zicht op het stromende water. Zou er vis inzitten? Allicht forellen.
De Mera
Bij de volgende waterval liggen een paar huizen met de restanten van een molen die niet meer in gebruik is. Wat een natuurparadijs. Niet voor te stellen is dat je nog steeds dicht bij Lugo zit!
Nog een watermolen
Hogerop worden de paadjes steeds smaller en kronkeliger terwijl steeds de beek gevolgd wordt. Al deze kilometers is niemand te zien zodat het lijkt of je ergens in het oerwoud zit.
Laatste stuk van de beek
Natuurlijk maken de vlonderpaden op de moeilijke stukken wel duidelijk dat de bewoonde wereld dichtbij is, maar het ziet er echt onbeschadigd uit met kristalhelder water.
Uiteindelijk is het afgelopen met de pret en stoot het natuurpad tegen een asfaltweggetje, die rechts omhoog gevolgd moet worden door de bossen.
Asfaltweggetje naar boven
Het is wel een beetje zoeken omdat elk teken van een pijl afwezig is. Het dorpje Veral bestaat uit een verzameling stokoude morsige boerenhuizen. Bij een huis is in een mesterige stal een boer bezig waaraan, langs de grommende hond, de route wordt gevraagd. Gelukkig zit het snor.
Kerkje Veral
Liefhebbers van eenzaamheid komen aan hun trekken. Zelfs geen auto’s passeren, terwijl de dorpjes wel uitgestorven lijken. Zorg het nodige bij je te hebben want er is niets te krijgen.
Kerkje Alta ingebouwd in de graven
De streek moet wel buitengewoon arm zijn. Aan de huizen is geen luxe te ontdekken terwijl de tijd stilgestaan heeft. Het landschap is bosrijk en heuvelachtig, daardoor kleinschalig met steeds andere vergezichten.
De tijd heeft stilgestaan
Hórrio bij zelfde huis
Het weer is nogal somber maar om te lopen niet onprettig bij een temperatuur om en nabij de 20 C.
Behoorlijk bergachtig
De route gaat nu kilometers over smalle verlaten asfalt weggetjes. Lekker lopen met droge voeten, omdat het gras nog aanhangend water heeft. Goed voor kletsnatte schoenen.
Rauwe velden met afgeschuurde stenen
Uit de rauwe gronden langs de weg steken gladgeschuurde grote steenklompen. Deze wijzen op gletsjer activiteiten gedurende ijstijden tienduizenden jaren geleden. Aan het eind van deze weg in de vochtiger lagere gedeelten groeit gras met een opmerkelijke paarse bloem; de wilde gladiool. Natte voeten om deze plant nader te bekijken is het wel waard!
☼ Wilde Gladiool of Gladiolus illyricus
Bolgewas uit de zwaardvormige lissenfamilie. De stelen worden van 20 tot 60 cm hoog. De bloemen zijn mooi rozerood en bloeien van april tot juni. Komt van nature voor in Zuid en West Europa. Wordt in Spanje typisch gebruikt om het altaar van Maria mee te versieren in de meimaand. Eerder gezien na Dax in de Pyreneeën. Behoorlijk zeldzaam!
De weg slingert door richting Vilanova tot op een kruispunt rechtsaf geslagen moet worden. Rechtdoor ligt een paar honderd meter verder het wel zeer oorspronkelijke dorpje Santa Eulalia de Bóveda dat beslist niet gemist mag worden. Het bevat de restanten van een Romeinse tempel uit de 3e eeuw; een Taurobolium. Dit werd in 1926 ontdekt toen de volgestorte kelder onder de bestaande kerk vrij gemaakt werd van puin en zand. Tevoorschijn kwam één van de mooist bewaarde oorspronkelijke tempels uit de laat Romeinse tijd.
Het dorp heeft daarom zelfs een toeristenbureau. Alleen; op maandag (vandaag) is niemand aanwezig. Het heiligdom ligt een honderd meter verder en is afgesloten. Erop is de latere en nu ook al stokoude maar weinig opvallende kerk gebouwd. Om toch wat te kunnen zien van de tempel uiteindelijk maar op de muren geklommen om een foto van de ingang te kunnen maken.
Romeinse Taurobolium bij Santa Eulalia de Bóveda
☼ Taurobolium (Stierenofferplaats)
Het nu genoemde Santa Eulalia de Bóveda is een laat Romeins heiligdom uit de 3e eeuw. Het was toegewijd aan de Godin Cybele (Godin van Moeder Aarde). De hoefijzervorm in de entree is de oudste bestaande Visigotische boog van Spanje. Het gebouw heeft oorspronkelijk 2 verdiepingen gehad, waarvan de bovenste gesloopt is voor de latere Christelijke kapel.
De bovenste verdieping diende als Taurobolium, d.w.z. de plaats waar de stier geofferd werd. Het bloed viel dan op de mensen in het doopbassin in de verdieping eronder. Het bloed werd met de mond opgevangen en werd beschouwd als een helende doop. De stierenkloten werden in de westelijke nis geplaatst. De priesters waren gecastreerd als dienstbetoon aan Moeder Aarde. Alleen zij mochten de stieren doden. Vogels in de onderverdieping gehouden dienden als orakel. Het heiligdom was in de 2e en 3e eeuw zeer populair (Later is het heiligdom gekerstend naar Santa Eulalia, één van de vroege Spaanse martelaressen voor het geloof).
Zo te zien is in het dorpje de laatste eeuwen weinig veranderd; prachtig authentiek Galicia. Alleen de bestrating is extra netjes uitgevoerd. De oude vrouw past wonderwel in het plaatje.
Santa Eulalia de Bóveda
Terug naar de kruising is de bushalte een mooie plaats om even bij te komen voordat het richting Valín verder gaat. Deze weg stijgt behoorlijk tot het landschap kaler wordt en over een berghelling loopt.
De hoogteweg
Het is een hoogteweg die de lengterichting volgt van de berg op ca. 695 m hoogte met kilometerslang vrije uitzichten naar alle kanten. Het prettige is dat de zon doorbreekt wat de natuur drie keer zo mooi maakt bij een aangename temperatuur.
De hoogteweg naar beide kanten
Als dan een schaapherder ineens uit het veld komt met snuffelende vriendelijke honden is de dag meer dan goed. Deze route is geweldig!
Schaapherder met kudde en honden
Na een paar kilometer loopt de weg langzaam bergaf richting de zon. Behalve de herder is de wereld verlaten, zelfs geen auto’s laten zich zien.
Langzaam bergaf
Aan de linkerkant ligt een grazige weide met, als je het zien wilt, opvallend witte plekjes. Goed kijken en zo op afstand te zien vast weidechampignons. De rugzak af, onder het gaas door en kijken; hoera de goede! In de rugzak heb ik altijd wel zakjes voor dit soort dingen zodat de weide afgezocht wordt. De champignons groeien in heksencirkels waar de kleinere dichte en grotere met open hoedjes en roze lamellen verzameld worden. Als de lamellen bruin worden kun je ze beter laten staan omdat het beste er dan wel af is. Met de kortste keren is een aardige zak verzameld die voorzichtig in de rugzak opgeborgen wordt. Vanavond lekker eten!
Champignons in een heksencirkel
☼ Weide champignon of Agaricus campestus
Heerlijk eetbare paddenstoel die in geheel Europa groeit op grazige plekken in weilanden. Vaak in cirkelvormige heksenkringen waar ze elk jaar in een iets grotere kring terugkeren.
De paddenstoel is goed herkenbaar aan de gekleurde lamellen aan de onderzijde; roze bij jonge en bruin bij oudere open hoeden.
Niet te verwisselen: Roze – bruine lamellen!
Jong is de hoed rond en nog verbonden met de steel via een wit vlies. Bij het groter worden barst dit vlies, waarvan een rokje op de steel achterblijft. De paddenstoel is hierdoor goed herkenbaar. Deze champignon is nauw verwant aan de gecultiveerde variant maar smaakt sterker. Vooral als na een lange droogteperiode en hitte ineens regen in de nazomer valt betekent dit veel champignons (weilanden kunnen vol staan).
Gevaarlijke verwisseling is mogelijk
Groene knolamaniet
Waarom toch die fascinatie voor het eten van wilde paddenstoelen? Waarschijnlijk is het eenzelfde soort drang als vissen, jagen of bessen verzamelen. Het zijn natuurproducten met een speciale smaak, waarbij het extra beetje risico een kik geeft!
In de Achterhoek komen ze veel voor. Op vakantie overal geplukt zelfs in de Alpen op 2500 m hoog op een weide met schapen net voor een angstaanjagende onweersbui losbarstte.
De weg verder het dal in
Het is heerlijk weer geworden zodat het fluitend naar beneden gaat het dal in tot de kerk van Guimarai, waar inmiddels 24 km afgelegd zijn. Het portaal geeft de mogelijkheid even te zitten en bij te komen in het zonnetje. Niemand die hier aanstoot aanneemt want alles is verlaten. De graven aan de overkant zeggen ook niets!
Kerkje van Guimarai mooi rustpunt
Met graven aan de andere zijde
De route loopt langs rustige asfaltweggetjes langzaam naar beneden richting Friol. Het laatste gedeelte is vlak en verder weg dan gedacht. In het dorp Pardellas geeft een kudde koeien een mooie afleiding.
Galicia betekent koeien!
Friol heeft een lange aanloop voordat het centrum bereikt is.
Friol
Pension Benigno ligt net over de brug met een vriendelijke waard. Na het inchecken vertel ik hem una surpresa te hebben; Hongos. De zak champions worden aangenomen en vormt de basis van het Menu Peregrino voor deze avond.
Pension net over de brug in Friol
Dit pension is voor Pelgrims een perfect adres met restaurant, café en televisie voor het voetbal. De paddenstoelenprak met ei was echt lekker en alleszins de moeite waard.
Friol zelf is knap saai met een groot plein waar helemaal niets te doen is.
Plein voor het Pension in Friol
Laat naar bed want een Pension kent geen vroege sluitingstijden. Nogal gelukkig kom ik weg van een val bij het controleren van de was. Het platje op moest ca. 50 cm naar beneden gesprongen worden, wat ik in het donker mistte. Waarschijnlijk zorgde de wijn voor een goede opvang. Na 297,6 km is het lekker slapen in het eenvoudige kamertje.
Vandaag geen Pelgrim tegengekomen!