17 Mei, Vertrek, start Eijsden – Angleur 29 km
De tuin is de laatste dagen met extra energie gereed gemaakt. Vooral de groentes moeten het vier weken zien vol te houden zonder onderhoud. Dat valt niet mee omdat onkruid nu eenmaal sneller en weelderiger groeit. Zoon Michon houdt het gras bij, voor de rest is weinig interesse (jouw hobby!). Alleen de asperges worden wel eens geoogst.
Met recht Biodynamisch
Om 6:00 uur vertrekken we per auto naar Zuid Limburg. Via binnendoorweggetjes wordt in Eijsden uitgekomen bij grenspaal 43. Opmerkelijke palen uitgevoerd in robuust gietijzer. Nadat België zich in 1830 afgescheiden had, moest de grens duidelijk gemarkeerd worden. Dit gebeurde door het plaatsen van 388 gietijzeren grenspalen en 356 stenen tussenliggend. De Belgen toonden hiermee hun (Waalse) industriële voorsprong op Nederland, waar ze eindelijk vanaf waren. Paal nr. 1 begint in Vaals bij het drielandenpunt.
Start bij de grens bij Visé
Het is 8:30 uur en de tocht kan beginnen. Sasha wordt uitgezwaaid en het Francofone land ligt voor mij. Na de eerste rotondes gelukkig meteen mooie paadjes de natuur in. Mislopen kan niet want de Maas loopt rechts.
Wallonië
Daar geen kaartjes van de dagtrajecten te vinden zijn (wel in het boekje van de Via Mosana), volgen zelf-ingetekende kaartjes
Hoogteprofielen zijn niet beschikbaar
Het stuk grens tot Richelle is rechtaan en makkelijk te vinden
Eijsden – Angleur 29 km
Langs de Maas naar Visé, omhoog en naar Richelle
Blauwe route tot Angleur
Meteen al eerste schelp
De eerste schelp wordt aangegeven op een fietspaaltje. Het is zondagmorgen en prachtig wandelweer. Na een goeie kilometer volgt de grote spoorwegbrug die net onder Nederland doorloopt richting Duitsland.
Spoorbrug over de Maas
De route loopt tot Visé langs de Maas. Een enkele wandelaar laat zijn hond uit. Net voor het plaatsje is de weg geblokkeerd en moet onder de autosnelweg en spoorbaan de andere zijde opgezocht worden.
Stukje langs de Maas
In Visé valt vooral het Stadhuis op, dat ook vanuit de auto op doorreis niet missen is en meteen buitenlands aandoet.
Stadhuis Visé
Het is klimmen de eerste bergen op die mooi de oevers van de Maas flankeren. Smalle wegen die de Maas volgen maar allengs meer het binnenland ingaan.
De Maas nu van bovenaf
Kleine dorpjes liggen op de bergjes boven de rivier, zoals Richelle. De omgeving is bosrijk met door de grondslag een weelderige rijke groene natuur. De Waalse regering werkt bovendien mee om de natuur in stand te houden.
Op bordjes staat; “Fauchage tardif” en “zone refuge” wat letterlijk betekent dat laat gemaaid wordt en het een beschermde zone is. Slechts 2x wordt gemaaid; eenmaal na 14 juni en eenmaal na 15 september. Hierdoor komt er voldoende variatie en verjonging van kruiden en bloemen, terwijl insecten, vogels en kleine dieren ongestoord kunnen voortplanten.
Ommuurde Hoeve in Richelle
Even verderop zijn de tekens onduidelijk tot teruggelopen wordt een laantje in richting de kapel van Wixhou.
Laantje naar Kapel van Wixhou
De lucht is bezwangerd met een soort knoflooklucht. De Belgen noemen dit treffender look. Oorzaak zijn de planten van de daslook die weelderig groeien onder de beukenbossen.
☼ Daslook of Allium ursinum
Plant uit de lookfamilie alliaceae. Veelvoorkomende plant in de Ardennen en Zuid Limburg. Het woord Beer zit in de Latijnse naam ursus. Heet daarom in Duitsland Bärlauch. Bloeit april – juni, waarna bladeren verdwijnen. Hoogte ca. 40 cm.
Groeit groepsgewijs in loofbossen op rijke kalkhoudende bodem. Jonge bladeren zijn goed eetbaar, wat bij onze zuiderburen dan ook gebeurt. Als kruid effectief tegen spijsverteringsproblemen, zuivert het lichaam en is antiseptisch. Oppassen met verwisselen bladeren Lelietje der dalen, Gevlekte aronskelk en Herfsttijloos, die zwaar giftig zijn en dezelfde ingroene bladeren hebben (Bij twijfel ruiken; de goede geuren sterk naar look).
De Chapelle de Wixhou is een plaatselijk Heiligdom met geneeskrachtige bron. Het pad kronkelt er om heen door prachtige loofbossen.
Chapelle de Wixhou
Het hoort eigenlijk bij het landgoedgebied van het Chateau d’Argenteau waar langsgelopen is, maar verstopt achter muren en bossen ligt. Het pad komt uit op een gebied met vijvers waar zowaar een terrasje in de zon ligt. De eigenaar is nog in de weer met schoonmaken, maar de koffie is klaar. Later zal blijken dat dit één van de zeldzame uitspanningen in Wallonië is.
Uitspanning Argenteau
De weg voert nu door het dal van de Vallée de Julienne langs loofbossen die stralen met hun nieuwe frisse voorjaarstooi. Het is de groene long voor de dicht bijzijnde bebouwing van Luik.
Voorjaarskleuren in Vallée de Julienne
Hoewel zondag is het opvallend stil. Na 4 km moet onder de viaduct van de autosnelweg naar Aken doorgelopen worden. Linksaf omhoog de vlakte op door het golvende landschap met kleine dorpjes.
☼ Gewone Ereprijs of Veronica chamaedrys
Behoort tot de weegbreefamilie Plantaginaceae. Vaste plant die in grote pollen groeit in bermen en weiden. Opvallend azuurblauwe bloemen 1 – 1,5 cm groot. Oudere bloemen krijgen een roodachtige/witte zweem. Nuttig kruidje, zuiverend, antiseptisch en goed voor tal van inwendige aandoeningen.
Doorkijkjes laten Luik in de verte zien en steeds dichter bij komen.
Luik steeds dichterbij
Bij Jupille-sur-Meuse loopt het pad sterk af richting dal. Bekende naam? Ja, want de grote brouwerijen van Jupiler staan hier. Ook zou Karel de Grote hier geboren zijn.
Voor Jupille en het kruispunt met de route uit Aken
Het is een wat grauwe stad met een bebouwing die doorloopt tot Luik, dat nog een vier km verderop ligt. Uiteindelijk wordt uitgekomen bij het zuidelijke gedeelte van de Maas, die hier splitst en het eilandje Outre-Meuse gevormd heeft, dat compleet volgebouwd is.
Outre-Meuse met Quai Godefroid Kurth
De Quai Godefroid Kurth loopt door tot de 2e brug, de Pont des Arches. Genoeg te zien; mensen, water, bootjes en de Luikse markt aan de overkant van de rivier. Helaas zitten de cafeetjes ook daar.
☼ Het Prinsbisdom Luik
De moord op de 67 jarige Lambertus
Vanaf 972 regeren Prins Bisschoppen, die zo de kerkelijke en wereldlijke macht combineerden. Het gebied strekte zich uit over wat nu de provincie Luik is, zuidelijk Namen en Belgisch Limburg. Talloze conflicten werden uitgevochten om zelfstandig te blijven (Brabant). De Bisschop moest regelmatig uitwijken naar Maastricht. Tijdens de Bourgondische overheersing van de Nederlanden in 1400 bleef Luik zelfstandig en neutraal. Het heeft nooit tot de Zeventien Provinciën gehoord.
De fortificaties om Luik boden een taaie tegenstand tegen de Duitse opmars en beïnvloedde zo het verloop van de 1e wereldoorlog. Na de 2e wereldoorlog ontstond een geweldige malaise door het sluiten van de mijnen en afname van de staalindustrie. Dit kostte honderdduizenden banen en leidde tot een algehele verpaupering. Vandaag krabbelt de stad weer op met o.a. grote bouwwerken, zoals het treinstation Luik-Guillemins van de Spaanse architect Calatrava. Het aantal inwoners is ca. 200.000
Treinstation Luik-Guillemins
Over de brug eindelijk het centrum en kan uitgerust worden met een biertje van de brouwerij verderop. Drukke zondagmiddag met volle terrassen en makkelijk aanspreekbare mensen.
Even verderop de St. Jacobskerk die toch bekeken moet worden. Valt nogal tegen. Eigenlijk een wat smoezelige ratjetoe dat nodig verder opgeknapt moet worden. Zou het komen omdat het Église Saint-Jacques-le-Mineur (Jacob de mindere) is? Er zit een geweldig plafond in, maar helaas gesloten.
Saint-Jacques-le-Mineur (Jacob de mindere) uit 1015
Luik is niet een erg aantrekkelijke stad, maar eens verder kijken. Via de Pont Albert terug naar het eiland en over mooie wegen langs het water en parkjes richting de monding van het riviertje de Ourthe.
Langs de Maas over de monding van de Ourthe
Naar
Angleur is 4 km en ligt aan de andere oever van de Ourthe. In weinig
opwindende verlaten straatjes is het zaak Renory 136 te vinden. Het
ligt wat buiten de route zonder bewijzering maar op het bellen doet
de vriendelijke Jacqueline open. Een paar uur eerder al gebeld zou ze
er zijn. Normaal wordt deze particuliere Herberg door Georges Meurs
gedraaid, maar die was even naar Noorwegen. In het woonhuis de eerste
stempel verkregen en een pilsje. Hierna door naar een paar straatjes
verder, waar blijkt dat de heer Meurs compleet bevangen is door
Santiago. Een echte Refugio heeft hij ingericht, wat op deze route
een zegen is. Later hoor ik van andere Pelgrims dat ze een hele
verhandeling over Santiago gekregen hebben.
Refugio van Georges Meurs
Het is steenkoud in de Refugio, maar leefbaar. In het dorp blijkt een frietkot te zitten, die na zeven uur open is. Gelukkig want het is verder compleet dood. Lekker gegeten op tijd in bed na 29 km!