3 September, Le Puy-en-Velay – Saint-Privat-d’Allier 23,2 km
Tussen
7:00 en 7:30 uur is de mis met vertrekzegen in de kathedraal. Eerst
moet nog een Credential verkregen worden, maar dat kan pas na de mis.
Het ontbijt is een simpele self-help in de eetkamer met koffie, brood
en marmelade. Op naar de kathedraal waar de
mis opgedragen wordt door de Bisschop (évêque) zelf. Na
de mis roept hij de honderden Pelgrims bij het beeld van Santiago om
allen moed in te spreken en te kijken waar ze vandaan komen. Zeker
80% Fransen, 15% Québécois (Franstalige Canadezen), en
verder de rest van de wereld waaronder 3 Nederlanders.
Santiago
in de kathedraal
Om 8:00 uur wordt uiteindelijk een sacristie geopend, die speciaal voor Pelgrims is, door nog jonge nonnen. Hier is men niet vies van Commercie aan de vele snuisterijen te zien. Dit is ook te merken aan de prijs voor het Credential, dat 5 Euro is. Dat document heet hier: Créanciale
☼ Credential del Peregrino of Créanciale du Pélerin de Saint-Jacques de-Compostelle
Het
Credential is een belangrijk document. Het is hét bewijs dat
je een pelgrim bent en aan de stempels van de overnachtingplaatsen
kan men zien hoe de tocht verloopt. Met het Credential word je over
het algemeen geholpen in Refugio’s / Albuerges, kerken,
kloosters, raadhuizen en politiebureaus. Als je minimaal 100 km
gelopen hebt krijg je in Santiago in het Oficina del Peregrino de
oorkonde “Compostela” op naam en in het Latijn
overhandigd. Voor de liefhebber; het geeft recht op een volledige
aflaat. Dat was vooral van belang voor de tot deze tocht veroordeelde
misdadigers in de middeleeuwen (en natuurlijk de ware gelovige).
Stempels wil men je overal wel geven, zoals in cafés en zelfs
stalletjes onderweg. Ik heb dit beperkt tot de overnachtingplaatsen
en alleen een extra stempel bij speciale omstandigheden, zoals een
klooster, toegevoegd. Zorg bij overnachten zonder stempelmogelijkheid
wel voor een stempel van die dag en dat mag ook van een bar zijn. Men
moet je tocht kunnen controleren! Draag het Credential in een plastic
hoesje met een touwtje om je nek anders is het papier, door de hoge
temperaturen berg op en af, met de kortste keren doorgezweet. En
verlies hem vooral niet!
In Frankrijk is in de overnachtingplaatsen niet per se een Créanciale noodzakelijk, omdat de route oploopt met de wandelroute GR 65 (Grande Randonnée 65). Als Pelgrim en bewijs toch altijd aardig er wel een te hebben.
Credential binnenzijde (ingekort)
Credential buitenzijde (ingekort)
De eerste stempel staat erin en kan er eindelijk gestart worden met de route. Langs de brede trappen voor de kathedraal gaat het naar beneden.
Start
vanuit de kathedraal
Uitgekomen
wordt op de Place du Plot, daarna toepasselijk de Rue Saint-Jacques
in. Op de hoek staat het officiële bord dat hier de Via
Podiensis begint naar Santiago. De afstand wordt aangegeven als 1511
km!
Startplaats
Via Podiensis
Het wordt vandaag een niet te onderschatten traject met een klim van 600 naar 1200 m hoogte met de laatste kilometers een steile daling naar 1000 m.
De dagtrajecten en hoogteprofielen komen van de site; fernwege.de
Dagtraject Le Puy-en-Velay naar St. Privat-d’Allier 23,2 km
Le Puy uit loopt een grote stroom Pelgrims de helling op om op het plateau van Velay te komen. Meteen aan de rand van de stad staat een houten Santiago van de plaatselijke Rotary die zo lelijk is dat een foto een verspilling is.
Halverwege
de klim wordt een ezeltje overgedragen aan een echtpaar met kind; een
aardige mogelijkheid om de route te doen.
Overdracht ezeltje
De
grindweg loopt nu verder omhoog de velden in langs de groene
vulkaankegels aan beide zijden. De lucht is prachtig blauw en
heerlijk om te lopen met een temperatuurtje van begin 20 C ideaal.
Langs de vulkaankegeltjes van de Velay
De
route is duidelijk bewegwijzerd, wat later in geheel Frankrijk prima
verzorgd blijkt te zijn. Toch lukt het mij een paar keer verkeerd te
lopen!
Goede
bewegwijzering
Terugkijkend
ligt Le Puy in het dal onder de ochtendzon te schitteren, maar al
gauw is het zicht hierop verdwenen en gaan we op in de groene paden.
De tocht is nu echt begonnen. Bij la Roche staan een paar huizen
waarachter een slenk begint die het plateau doorsnijdt.
Slenk
op het plateau van Velay
Een pad loopt langs de slenk met vrije uitzicht over het dal en de bergen in de verte.
Pad langs slenk
Het is meteen een mooi begin; hoera we zijn weer op weg! Het dagelijkse trekken over een Camino met als eindbestemming Santiago, met niet meer zorgen als; waar slapen we vanavond, wat eten we en hoe houden de voetjes het. Als je eenmaal door het virus gegrepen bent, wil je steeds verder.
Frankrijk
is wel anders dan Spanje. Behalve de andere klanken en bijna de must
enige woorden Frans te kennen zijn de Fransen nogal anders geaard.
Natuurlijk is dit de grote gemene deler maar ze zijn vooral in eerste
instantie gereserveerd. De taalbarrière speelt
hierin een rol, maar het zit vooral in hun genen. Behalve hun eigen
taal is de kennis van een andere taal praktisch altijd afwezig.
Alleen jongelui kennen langzamerhand wat Engels of Spaans. Dit vinden
ze geen probleem want Frankrijk is het middelpunt der wereld, met een
superieure cultuur, zodat de rest er niet zo toe doet. Ze blijven dan
ook vooral in hun eigen taalgebied met vakanties. Verder zijn ze
geweldig op de regeltjes met openingstijden en andere formele zaken.
En natuurlijk wordt in Frankrijk het lekkerst in de gehele wereld gegeten! Behulpzaamheid is beperkt aanwezig. Probleem is het feit dat ze een 35-urige werkweek hebben waardoor alles vooral veel gesloten is en het bord “Fermée” (gesloten) één van de favorieten en meest gebruikt! Zomaar Pelgrimeren is onmogelijk, zodat elke dag vooruit een onderkomen is gereserveerd. De dorpjes op het platteland zijn uitgestorven waardoor terrasjes en winkeltjes een grote zeldzaamheid zijn. Dit alles is wat gechargeerd maar bevat veel waars. Gelukkig zijn er ook buitengewoon behulpzame en aardige Fransen zoals we nog zullen zien.
Rare gasten die Fransen
Het
pad loopt een paar kilometer langs de slenk waarbij goed te zien is
dat het echt een litteken is in een oplopend plateau. Mooie
uitzichten naar alle zijden geeft een extra vakantie gevoel.
Fraai plateau
Langs het pad staan volop de al blauwe pruimpjes van de sleedoorn. Ze zijn nu nog erg wrang wat na de eerste vorst verandert.
☼ Sleedoorn
Vroeger werden deze scherpe doornen hagen vervlochten, zodat een natuurlijke afrastering ontstond, waar de koeien en paarden niet doorheen konden. Het hout werd oud en was geweldig hard. Bovendien waren het schuilplaatsen voor veel wild en vogels. De pruimpjes (klein blauw en voor de vorst geweldig wrang) worden gebruikt in drankjes (zoals Paxtaran in Navarra) en is prima te gebruiken voor een stevige zelfgemaakte jam, vol vitaminen, bloedzuiverende stoffen en nog lekker ook (Extra gezond en ook lekker is een combinatie van Sleedoorn, Vlierbes en Bramen)! De sleedoorn is de voorloper van onze pruimen, die uiteindelijk hieruit veredeld zijn! Tegenwoordig worden deze heggen verdrongen door prikkeldraad. Fransen noemen dit “Ronces Artificielles”, wat zeggen wil: “kunstmatige braam”, wat bloemrijk gevonden is!
Er wordt zelfs een bosje doorgestoken op weg naar het volgende dorpje.
Het
eerste echte bospad
Dat is Saint-Christophe-sur-Dolaison, bijna uitgestorven met vooral doortrekkende Pelgrims. Het opvallendst is het uit mooi gekleurde lavastenen opgetrokken kerkje.
Met
enige moeite is van de route af een cafeetje te ontdekken want koffie
is welkom na 10 km. Hier valt al op dat Fransen in het algemeen een
matig ontwikkeld commercieel gevoel hebben. Met al die Pelgrims elke
dag is er best wat te verdienen maar geen of weinig activiteit is te
zien.
Vulkaansteenkerkje uit de 12e eeuw; Saint-Christophe-sur-Dolaison
Tallode
iets verderop is niet meer dan een grote boerderij met een mooie
Gîte. De
weg slingert door met mint omzoomde bermen naar de gehuchten Liac en
Lic, waar bovendien een variant gevolgd kan worden over Bains.
Met mint omzoomde bermen
Langs
de route staan, met het hoger komen, eeuwenoude muurtjes opgeworpen
uit verzamelde stenen uit de weiden.
Eeuwenoude
muurtjes
In
het gehucht Ramourouscle staat nog een overblijfsel uit oude tijden:
een opstelling om paarden te beslaan. Regelmatig zijn deze bouwsels
in de dorpen te zien. De paarden zijn inmiddels allang verdwenen.
Toestel om paarden te beslaan
Hoewel september doen bloemen hun best voor het laatst uitbundig te bloeien. Gedurende de tocht neemt dit af, maar toch wordt geprobeerd er elke dag één te fotograferen.
☼ Zwarte Toorts of Verbascum nigrum
Opvallende
plant die ook in Nederland op zandgronden veel voorkomt (zo ook op de
zandduintjesgrond in mijn tuin!). Lange gele staven tot wel 150 cm
hoog bekleed met gele bloempjes met een paars gekleurd hart. Bloeit
de hele zomer en herfst. Het is een nuttige waardplant voor veel
insecten en hoort tot de helmkruidfamilie. Werd vroeger wel gebruikt
als haarverfmiddel en als toverkruid. De toortsen werden verbrand als
middel om duivel en heksen te verdrijven.
De
weg loopt nu wat meer omhoog naar het dorp Montbonnet in de verte.
Montbonnet
in de verte
Voor
het dorpje ligt een oud kapelletje uit de 11e eeuw. Het is nu een Chapelle Saint-Roch, dat in deze streken vaak de
plaats ingenomen heeft van St. Jacob. Hij lijkt er zelfs op door de
schelpen en Pelgrimsstaf, maar is vooral te herkennen aan de hond met
brood aan zijn voeten en pestwond op zijn bovenbeen. De heilige is
afkomstig uit Montpellier ca. 1317 en wordt vooral aangeroepen tegen
de pest.
Saint-Roch
Chapelle
Saint-Roch
Het dorp bestaat uit stokoude boerderijen opgetrokken met de gekleurde lavastenen, waardoor het een authentieke uitstraling heeft.
Authentieke
uitstraling
De
route loopt door de weilanden naar het hoogste punt in de verte in de
vorm van een vulkaankegel. Het totale Centraal Massief bevat 400
uitgedoofde vulkanen, meer dan waar ook ter wereld! De laatste was ca
6000 jaar geleden actief. Toch valt een actief worden niet uit te
sluiten!
Hoogste
punt in de verte
Het laatste gedeelte loopt door een dichtbegroeid koel bos. Het is in de middag behoorlijk warm geworden zodat Pelgrims in de schaduw uitrusten.
Koel
bos
Het
hoogste punt ligt op 1206 m. Aan de rechterzijde ligt, bijna niet te
herkennen, een kratermeer die volledig is dichtgegroeid; het Lac de
l’Oeuf (Ei-vormig meer). Alleen na natte winters staat er water
in.
Dichtgegroeid kratermeer Lac de l’Oeuf
Meteen
hierna daalt het met al gauw een mooi uitzicht in het dal van de
Allier.
Dal van de Allier
Na
een hele dag klimmen is het nu prettig dalen met in het begin vrij
uitzicht naar alle kanten.
Mooie vergezichten
Het laatste gedeelte gaat het langs steile serpentine bospaden naar beneden tot bij Le Chier-d’Allier, dat nog een beekje is en overgestoken wordt.
Steile hellingen naar beneden
Saint-Privat
ligt dichtbij waarbij het laatste stukje langs de weg gelopen wordt
met een prachtig uitzicht op de burcht (Le Bourg) dat boven het
plaatsje over de Gorges uittorent.
Saint-Privat-d’Allier
De
hoogte bij de burcht is volgebouwd terwijl rechts naar beneden het
lage gedeelte met de vele Restaurants en terrasjes liggen. Deze
zitten behoorlijk vol met Pelgrims die wachten tot de Gîtes
open gaan om 16:00 uur. Na het pilsje eerst maar eens zien een bed te
krijgen. O wee, alles vol met makkelijke verwijzing naar andere
adressen die ook vol zijn. Verderop aan de rechterzijde zou nog
plaats zijn. Wachten met de Zwitserse meisjes die gisteren ook in Le
Puy waren.
Als
om 16:00 uur de Fransman arriveert is zijn eerste vraag of we
gereserveerd hebben. Nee, dan heeft hij geen plaats en bestaan we
niet meer voor hem. Gelukkig is ook een jonge vrouw met hem
meegekomen, die vraagt of ik een Nederlander ben. Ja, wat een mazzel,
ze heet Sonja en is een Nederlandse. Ze belooft ons te helpen, maar
moet een uur lang eerst de steeds weer nieuwe toeristen aan een bed
helpen. Als ze een Chambre d’hôte voor de meisjes heeft
moeten ze gauw ja zeggen. Na te lang overleg zijn deze plaatsen ook
al weer weg. Een bed voor mij kan intussen niet geaccepteerd worden,
want de meisjes kan ik niet aan hun lot overlaten. Eindelijk krijgt
Sonja het voor elkaar een gesloten Gîte geopend te krijgen.
Hoera wat een schat!
Sonja
onze reddende engel
Op naar Le Bourg waar aan het pleintje in een oud pandje L’étappe Gourmand ligt. Een vriendelijke mevrouw arriveert met een autootje en opent de zaak. Al gauw hebben de meisjes een eigen kamertje en ik een mooi bed waar later nog een Japanner en twee Québécois bij komen. Douchen en wasjes zijn gauw gedaan waarna bij het restaurant beneden, met enige moeite, plaatsen gereserveerd worden (ze zaten al vol met eigen gasten). Naderhand met de hele club gezellig gegeten. Tot de plaatselijke specialiteit behoren de groene Linzen (Lentilles) van de Auvergne die zonder meststoffen worden gekweekt en heerlijk zijn.
Lentilles
verte du Puy
De slimme jonge Japanner spreekt opvallend goed Frans, geleerd op de universiteit. Sonja passeert nog met zoontje waarbij wij haar uitbundig bedanken voor haar moeite. Ze wil niet een drankje maar vertelt hier te wonen en werken, nadat ze uit Nederland is weggevlucht voor een ander leven, in een dorpje met 400 inwoners.
Le Bourg bij Saint-Privat-d’Allier
Heerlijk
slapen na een mooie dag met de eerste 23,2 km erop!