29 April, Doña Mencía – Castro del Río, 28,6 km

Het is kruipen in het kleine kamertje volledig gevuld met 3 bedden. Een Donativo is niet te vinden, zodat gezien de minimale voorzieningen dit maar overgeslagen wordt. De stad uit voert de route al gauw een kilometer steil de berg op voorlopig over een verlaten asfaltweg.


Doña Mencía beneden


Met aan de andere zijde de berg Oreja de la Mula 780 m hoog met vele archeologische resten van vroege bewoning. De vruchtbare streek was ver voor Christus bewoond en vanaf deze versterkingen goed verdedigbaar tegen regelmatige invallen van woeste plunderaars.


Tramo 12

Doña Mencía – Baena 8,7 km



Hoogteprofiel


Vandaag een week op pad na bijna 150 km afgelegd te hebben. Dit mag wel niet veel lijken, maar de route is een echt bergtraject; prachtig lopen wat het nodige vergt, dus hou hier rekening mee en plan niet teveel!


Richting Baena


De schoenen doen het eindelijk goed. Deze waren gekocht in Emmerik als overjarig model voor een zacht prijsje, wat een risico is. Wel lage Lowa's wat ervaringsgewijs voor mij de beste resultaten geeft. Vroeger gestart met hoge Meindl’s. Dat was een ware ramp. De zolen zijn hard en het stugge leer bezorgden constant blaren en ongemak. Lowa’s hebben zachte zolen die na een “echte” tocht versleten zijn (profiel weg), maar prima lopen. Waarschijnlijk door het kleddernat worden, bij het doorsteken van de voorde, zijn ze nog meer naar de voeten gaan staan en geven de verdere tocht geen problemen. Eigenlijk is een breedtemaat noodzakelijk. In Duitsland worden deze standaard verkocht, maar hier (Bever) niet. Probleem is ook de vernieuwingsdrang van fabrikanten, waarbij een goed bevallend model ineens vervangen wordt met een andere (smallere) leest en bijkomende ellende. Elke vernieuwing is duidelijk geen verbetering! De keuze van de juiste schoen is strikt individueel en afhankelijk van de sterkte van enkels (lage schoenen) en blaargevoeligheid. Zelfs met Teva sandalen kan goed gelopen worden met als nadeel nog wel eens een steentje onder de sok, maar een opluchting bij kapotte hakken. De routes naar Santiago zijn wandelpaden en vergen geen Alpinistenschoenen!



Tip 1: Bij kopen van nieuwe schoenen; eerst 10 km lopen, daarna met de licht opgezwollen voeten passen en alleen nergens knellende exemplaren kopen! Niet denken; och ze lopen wel in, want op de knellende plaatsen geven ze gegarandeerd ellende!

Tip 2: Koop de schoenen ruim, zodat bij hogere temperaturen tot 40 C in Spanje, je opgezwollen voeten voldoende ruimte hebben!


Lekkere paden


De weg is overgegaan in een zandpad. Het is de antieke route naar Baena goed aangegeven en loopt steeds naar beneden door ruw terrein afgewisseld met de onvermijdelijke olijvenplantages. De kanten begroeid met uitlopende Agaves, langs Fincas en over Arroyos in een heerlijke bijna tropische sfeer. Volkomen verlaten begeleid door kwinterende vogels is dit een heerlijke route.


Eerste blik op Baena


Na een laatste bocht om de berghelling ligt Baena in de verte strategisch op een heuvel. Het is gebouwd om het Moorse Almedina kasteel uit de 9e eeuw. Ontstaan uit een Romeinse Villa, Baius genoemd naar de Romeinse landeigenaresse werd het onder de Moren Bayyana tot Baena nu. Talrijk zijn de overblijfselen uit deze tijd en te bezichtigen. De Moren werden in 1246 verdreven door Ferdinand III el Santo, waarna het een geducht Christelijk fort werd. Ze waren nog niet van de Moren af onder Mohammed II, die in 1298 er bijna in slaagden het fort terug te veroveren, maar ze hielden stand. Dit leverde het privilege op 5 Morenhoofden in het wapen te voeren.


Baena

5 Morenhoofden na de beslissende slag uit 1298

21.000 inwoners

405 m hoogte


In Baena komt de aftakking vanaf Granada op dezelfde route. De stenen Caminowijzer geeft aan dat het nog 1090 km naar Santiago is.


Nog 1090 km naar Santiago!


De stad ligt op een berg en dat zullen we weten ook. Vanaf de beek lopen de straten bloedsteil omhoog naar het drukke centrum. De streek levert geweldige kwaliteit olijfolie waar de vele oliemolens op wijzen.


Strategisch op een berg


In het centrum is het lekker zitten en genieten van nijvere Spanjaarden die met hun werkzaamheden bezig zijn. Het is zaak wat extra voorraad in te slaan omdat tot Castro del Río onderweg niets te krijgen zal zijn, dus worden frisdank, bananen en yoghurtjes gekocht. Baena is een ijkpunt omdat vanaf hier het Duitse boekje van Outdoor gebruikt kan worden. Dit boekje start in Granada en heeft het voordeel van een echte routebeschrijving. Het is een uitgave van 2008 en zal wat gedateerd blijken te zijn, maar in het algemeen voldoet het goed.


Vanaf nu deze gids!


De Asociación Jacobea de Málaga geeft de route aan tot Córdoba zodat de kaartjes hiervan verder getoond worden. Het Duitse boekje geeft aan dat de route wat langer is wat ik geneigd ben te geloven en dus aangegeven heb.


Tramo 13

Baena – Castro del Río 21 km


Hoogteprofiel


Baena uit moet voorlopig de Carretera gevolgd worden. Het landschap is ingrijpend veranderd en dat zal voorlopig zo blijven. De bergen liggen achter ons en nu zijn vooral golvende heuvels te zien. De kleur van de bodem is bijna helderwit en zover als het oog reikt bedekt met olijfboomgaarden.


Lager heuvellandschap


Helderwitte kalkbodem


Rustig worden de kilometers weggestapt. De Carretera is buitengewoon stil en golft verder. Zo kalm met weinig pijlen dat uiteindelijk een zeldzame tractor aangehouden wordt om te vragen of ik wel goed zit, wat gelukkig zo blijkt. Het daalt zeker 200 m lager tot een vruchtbare groene vlakte te zien is; het dal van de Guadajoz.


200 m hoogteverschil Dal van de Guadajoz


De weg buigt naar de rivier waar de Puente de la Maturra (Brug) overgestoken wordt. De Río Guadajoz is een behoorlijk stroompje uitgesleten langs de hellingen. Aan de overzijde wacht een verrassing, want stond niet in het Duitse routeboek: Venta de la Maturra, met een bijna niet als zodanig te herkennen Bar. Dit kwam na 10 km lopen in een behoorlijke warmte goed uit. De Café con Leche is voortreffelijk. Het Café ziet er nogal haveloos uit gedreven door een kroegbaas die het lachen niet uitgevonden heeft. Wat passanten maken het tot een aangename stop.


Venta de la Maturra

Voor de Venta moet linksaf geslagen worden een smaller asfaltweggetje op, waarbij de Guadajoz links stroomt met aan de rechterzijde de opgaande hellingen met hier en daar kliffen.

Kliffen

Mislopen kan niet omdat deze weg, de Cordel de Jaén, tot in Castro del Río gevolgd moet worden. Op enkele plaatsen grote boerderijen die Cortijos heten, waarvan de oorsprong teruggaat tot 5 eeuwen voor Christus toen granen en olie geleverd werden aan de Carthagers (Hannibal).

Het voorjaar is in de klaprozenvelden uitbundig kleurig aanwezig.


Klaproosvelden


Grote of gewone klaproos of Papaver rhoeas

Behoort tot de Papaverfamilie; Papaverceae.

Wordt ca. 80 cm hoog met fel scharlakenrode grote bloemen met een doorsnede van 7 tot 10 cm. Aan de voet van het kroonblad heeft het zwarte vlekken. De bloeitijd is van april tot juli. De bloemblaadjes bevatten een stof vergelijkbaar met Opium. Men dacht dat de bloem vooral bloeide op plaatsen waar mensen gedood waren en is zo geworden tot het symbool van gesneuvelde soldaten in de 1e wereldoorlog (Poppies).

Klaproos is een pionier. De zaden kiemen niet voordat ze aan het licht komen, zoals bij slachtvelden. De naam Papaver komt uit het Keltisch. Papa betekent brij of pap waar sap doorgemengd werd. Huilbabies vielen zo snel in slaap (Vergelijkbaar met een jeneverspeen in Groningen. Let op risico bij overdosering!). De bloemen zijn geneeskrachtig en te gebruiken tegen verkoudheid, slapeloosheid, koorts en krampen. De zaden worden als maanzaad in het eten gebruikt (broodbolletjes). Bekende naam? In Duitsland heet de plant “Mohn”. Let wel op na het eten van maanzaad: Bij een opiumtest ben je positief!


 

Río Guadajoz


Het dal van de Río is prachtig lopen met steeds zicht op de uitgesleten meanders die steile wanden gevormd hebben. Dit riviertje, zoals het in de droge tijd is, moet je niet onderschatten. Zijn lengte is 215 km voordat hij uitmond in de Guadalquivir bij Córdoba en ontspringt in de bergen van Las Sierras de Priego de Córdoba. Uiteindelijk mondt het uit in de Atlantische Oceaan.


Loop van de verschillende rivieren in Andalucía


Bij een zeldzame bomengroep wordt in de schaduw de meegenomen voorraad soldaat gemaakt. De streek is op een doodenkele auto na uitgestorven daardoor voor de liefhebber van rust het summum.


 

Castro del Río in de verte


Het laatste gedeelte loopt vlak door vloedlanden van El Espinar, waarbij Castro del Río in de verte te zien is en welkom dichterbij komt.

De plaats in lopen langgerekte straatjes omhoog naar het oude gedeelte. Dit gedeelte is al middeleeuws en bekend als “Arrabal”, d.w.z. wijk buiten de vestingmuren. Een Café is nog niet te ontdekken.


El Arrabal richting centrum


Het oude Barrio de la Villa ligt strategisch op de heuvel gebouwd ommuurd met versterkte huizen en stadwallen waar de restanten van het overheersende Castillo uitsteken en een typisch voorbeeld van een Pueblo-fortaleza. Dit kasteel is gebouwd onder de Moorse Almohaden, heersers in de 12e eeuw. De weggetjes klimmen langs trappetjes steil omhoog.


Moors kasteel

Het Plaza de la Iglesia ligt midden in het oude gedeelte waar Casa Rural la Villa ligt, dat er met mooie Patio’s aantrekkelijk uitziet. Na het nodige bellen komt een oudere heer tevoorschijn die vertelt zelf Pelgrim te zijn en dat er een Refugio iets verderop zit. Hij blijkt de schoonvader van de Casa Rural te zijn, maar neemt mij mee naar het Politiebureau in het Caza Mendoza, waar de sleutel verkregen wordt. Het gebouw is het vroegere paleis van de plaatselijke graaf met een mooie patio waar een opvallend beeld staat; Miguel de Cervantes.


 

Miguel de Cervantes heeft hier gevangen gezeten!


Deze heeft hier gevangen gezeten in 1587 toen hij in dienst van het leger granen en olie kocht bij de voorbereidingen van de Armada vanuit Sevilla. Door zijn constante geldnood en sjoemelen werd hij vast gezet en is met de eerste alinea’s van Don Quijote begonnen. De toenmalige gevangenbewaarders hadden nooit kunnen bevroeden dat hun gevangene later met een standbeeld geëerd zou worden!



Miguel de Cervantes Saavedra, 1547 – 1616

De belangrijkste roman- en toneelschrijver uit de Spaanse literatuur. Vooral bekend om zijn baanbrekend boek “Don Quichot van la Mancha” (El ingenioso hidalgo Don Quixote de la Mancha).

Cervantes had een avontuurlijk en rumoerig leven. Geboren in de buurt van Madrid reisde de familie door geheel Spanje, waarbij zijn vader de kost verdiende als Barbier/Chirurg.

Hij werd gevormd op Jezuïetenscholen, maar volgde geen academische opleiding. Al in 1569 verdween hij met spoed naar Italië, toen hij tijdens een duel een vooraanstaand bouwmeester verwond had. In 1571 nam hij deel aan de verwoestende zeeslag tegen de Turken bij Lepanto, waarbij hij zich onderscheidde door heldhaftig te vechten vanaf de boeg van het schip. Dit ondanks hoge koortsen door Malaria. Hij kreeg 2 haakbus wonden in de borst en zijn linkerarm werd blijvend verlamd. Als duurbetaald militair vocht hij in verschillende campagnes tot 1575. Met een aanbevelingsbrief van Don Juan de Austria (Admiraal en halfbroer van Philips II) op zak en met zijn broer Rodrigo op de terugreis naar Spanje werd hun galei bij Cataluña gekaapt door Barbarijnse kapers en in Algiers vastgezet.


De losprijs van 500 gouddukaten kon zijn familie niet betalen zodat hij 3x probeerde te ontsnappen. Na één van deze pogingen werd hij veroordeeld tot 2000 zweepslagen die nooit werden voltrokken. Na 5 jaar werd hij, net voor als slaaf verkocht te worden in Constantinopel, in 1580 door paters Franciscaners vrijgekocht en keerde terug naar Valencia.

Hij kreeg kleinere baantjes bij de overheid en had contacten in de literaire wereld. Trouwde in 1584 met een 17 jaar jongere vrouw Catalina de Salazar y Palacios, welk huwelijk kinderloos bleef. Hij had wel een dochter uit een eerdere verhouding die hij later erkende en in zijn huis opgroeide.


Handtekening van Cervantes en Catalina onder huwelijksacte


(Cervantes constante gevecht om een goede baan bij de overheid te krijgen werd gedwarsboomd door het feit dat hij gedeeltelijk van Joodse afkomst was. De wet op de Limpieza de Sangre ((zuiverheid van het bloed)) verbood dit voor overheidsdienaren)

In 1587 kreeg hij de functie van Koninklijke Commissionair voor de bevoorrading van de onverslaanbare Armada in Sevilla. Wat volgde zijn 15 jaar lang problemen door sjoemelen, oplichting en zakelijke geschillen. Cervantes had altijd geldnood met de bijbehorende problemen. In deze tijd zat hij talloze malen gevangen, zoals in Castro del Río en Sevilla, geëxcommuniceerd door de plaatselijke bisschoppen (Nadat hij kerkelijke voorraden voor eigen gewin verkocht had).

Cervantes als Commissionair


In 1590 was hij zat van al het rumoer en wilde naar de West Indisch, wat geweigerd werd en hij op dezelfde voet doormodderde. Wel werkte hij de laatste jaren steeds meer tijdens zijn vele gevangenschappen in Granada, Sevilla enz. vooral aan Don Quixote. Als in 1604 dit boek uitkomt is het een doorslaand succes met veel export naar Amerika en helaas illegale drukken in Lissabon, Valencia en Zaragoza. Het boek werd in deze jaren vertaald in het Engels, Frans, Italiaans en Nederlands.



Opnieuw slaagde hij erin opgepakt te worden, omdat voor zijn huis een dodelijk gewonde viel, maar werd hiervan vrij gepleit. Cervantes woonde nu in Madrid en hoorde tot de culturele elite. Schreef tot zijn dood in 1616 talloze toneelstukken, boeken en het 2e deel van Don Quijote die in 1615 uitkwam. De laatste jaren leed hij aan de dodelijke ziekte Oedeem zodat hij, bang voor zijn zielenheil, in 1613 toetrad tot de Franciscanerorde die hem eerder bevrijd hadden in Algiers. Hij werd in dezelfde week dat Shakespeare overleed in een Franciscaner habijt begraven; nog steeds arm!


Zijn boeken hebben grote invloed gehad op de vorming van de Spaanse taal; Castiliano



Don Quijote betekent de Chaoot. Het woord is afkomstig van het Moors Spaanse (Morisco) woord Qui-zote (hij die gek is)


De Refugio ligt bij het kerkplein in de buurt en is perfect ingericht. Een kamer met 10 bedden, zitruimte, prima douches en weer ben ik de enige. Deze Refugio wordt in de Duitse beschrijving niet genoemd wel in de Spaanse.


Castro del Río

8000 inwoners

227 m hoogte


Aan het Plaza de la Iglesia ligt de opvallende kerk van Parrocquia de La Asunción. Eerst als Moskee gebouwd in 1240, na de herverovering omgebouwd waarbij de minaret klokkentoren werd. In de kerk zijn invloeden van de Tempeliers aanwezig. Het is een leuk pleintje. Volkomen rustig waar het lekker genieten is van de sfeer.

Iglesia de la Asunción

Castro del Río is in 1240 veroverd door Fernando III en werd jarenlang frontstad in het dal van de Guadajoz aan de route naar Granada. Het heette toen Pueblo Castreño. Ferdinand “El Católico” voegde zich hier in 1483 bij honderdduizend soldaten om aan de succesvolle verovering van Granada te beginnen.

Op een binnenpleintje aan de kronkelige straatjes zijn draagstellen met heiligenbeelden te zien die rondgedragen worden tijdens de Semana Santa (goede week). De behulpzame Spanjaard had vol trots verteld hier onderdeel van de dragers te zijn, waarbij hij op de straatlampen wees, die weggeklapt konden worden. Reken maar dat het een feest is!

 

Draagstellen voor de Semana Santa

De avond wordt in een geweldig Restaurant doorgebracht. El Classico is weer eens op de televisie (Madrid – Barcelona) zodat het vol joelende Spanjaarden zit. In de overdekte Patio (vooral tegen de hitte zomers) komen zowaar 2 Nederlanders naast mij zitten. Het zijn fietsers uit Den Haag, die ’s middags al moeilijk naar boven zwoegden. Het bezorgde een genoeglijke avond vol verhalen. De fietsers willen naar Barcelona.

Het bed in na een behoorlijk vermoeiende dag met 175,7 km op de teller!


tab