8 Juni, Oviedo - Grado 27 km
Op tijd op pad is het beste om de drukke Refugio te ontlopen. Dwars door de binnenstad gaat het langs het station, waar koffie bij de kantine gedronken wordt.
Traject Oviedo – Grado
Hoogteprofiel zonder omweg langs Santa Maria del Naranco en San Miguel de Lillo
(De dagtrajecten en hoogteprofielen zijn van de Spaanse site Gronze overgenomen)
De weg langs het station is eigenlijk een omweggetje om langs twee opmerkelijke heiligdommen te komen die niet gemist mogen worden: Santa María del Naranco en San Miguel de Lillo. Met roltrappen gaat het over het spoor, waarna meteen behoorlijk geklommen moet worden langs een kerk met oude kanonnen.
Kerk San Pedro de los Arcos met oude kanonnen
Een opmerkelijk monument wordt gepasseerd ter ere van “La Rosa Roja” (de rode roos), de 16 jarige Aida lafuente, die gedurende de oktober revolutie in 1934 hier gevallen is. Tijdens een heldhaftige verdediging met een machinegeweer hield zij urenlang stand tegen de overmacht van de artillerie van Franco.
Monument voor La Rosa Roja
Aida Lafuente groeide uit tot een mythisch figuur waarnaar, tijdens de burgeroorlog van 1936, in Asturië bataljons genoemd zijn. In Spanje is het tegenwoordig steeds meer mogelijk dat dit soort herdenkingstekens openlijk geplaatst worden. Bedenk dat de burgeroorlog een taboe in Spanje is omdat deze bloedig en morbide dwars door verdeelde families loopt.
De weg loopt nu behoorlijk steil omhoog tegen de berg Naranco op. Al gauw maken parkeerplaatsen duidelijk dat de monumentale gebouwen in de buurt zijn. Eerst ligt de aan Santa María del Naranco gewijde kerk voor ons.
Santa María del Naranco
Het gebouw is als Paleis gebouwd voor Koning Ramiro I van Asturië in 848 en pas in de 13e eeuw als kerk gewijd aan Maria. Het maakt onderdeel uit van een groter complex met het even verderop gelegen San Miguel de Lillo. De slanke hoge strakke symmetrische lijnen zijn een voorbeeld van Pre-Romaanse bouwkunst zo eigen voor Asturië met stenen tongewelven i.p.v. houten constructies. Deze eigen stijl ontstond omdat Asturië geïsoleerd lag in een door Moren overheerst rijk.
Komt RamiroI bekend voor? Inderdaad; hij is de aanvoerder van de troepen die in 844 de Moren verslaan bij de slag van Clavijo, waarbij op het kritieke moment Santiago verscheen als Matamoros (Morendoder).
Vlag Ramiro I Matamoroszwaard
Even verderop naar boven ligt het volgende kleinood; het kerkje van San Miguel de Lillo ingewijd door Ramiro I met vrouw Paterna in 848. Het was de oorspronkelijke Maria kerk, had 3 beuken en was een Basiliek.
San Miguel de Lillo
In de 13e eeuw zijn 2 beuken ingestort waarna het voormalige Paleis beneden aan Maria gewijd werd en de restanten van de basiliek aan San Miguel.
Het geheel is van een verstilde schoonheid en gaat terug tot de wortels van het Spaanse rijk. Niet zo verwonderlijk dat de gebouwen tot Unesco cultuurerfgoed uitgeroepen zijn.
Om de juiste weg te vinden valt hierna niet mee. Met nog twee Franse Pelgrimas wordt de verkeerde weg steil de berg op gekozen. Goed voor een mooi uitzicht op Oviedo en een behoorlijk natte rug.
Oviedo vanaf de berg Naranco
Uiteindelijk wordt terug langs het kerkje de juiste verstopte holle weg naar boven gevonden, in de goede richting, langs een duur uitziend resort.
Verstopte holle weg
Een asfaltweggetje wordt over de bergrug gevolgd richting Lampaya met mooie uitzichten over het beneden liggende dal en de voordorpen van Oviedo.
Lampaya
Na het dorpje is het oppassen om het linksaf slaande paadje niet te missen. Dit loopt steil naar beneden om op de eigenlijke route uit te komen, wat bij het kapelletje duidelijk wordt door de gele pijlen die vanaf hier de route door het dal aangeven.
Het dal in
De omgeving is prachtig groen met kleine verlaten weggetjes. Het weer is heerlijk met een temperatuurtje van goed in de 20 C. Wat een verschil met de dorre bloedhitte van vorig jaar op de Camino de Levante, waar eigenlijk meer een overlevingstocht dan een Pelgrimstocht gemaakt werd.
Verlaten weggetjes
Al gauw blijkt de route door meerdere pelgrims belopen te worden wat in het cafeetje een gezellige sfeer geeft. Suze, een Nederlandse, die hier maar begonnen is omdat door de staking ze niet verder kon dan Oviedo en eigenlijk de Ruta de la Plata wil doen. Zelfs een Routeboek heeft ze niet. Bovendien heeft ze op warmer weer gerekend, waardoor de uitrusting voor deze streek minimaal is.
Brug over de Nora met kunstwerk voor Gallegos
Met Alfonso, een 54 jarige Spanjaard, wordt tot Escamplero samen opgetrokken. Hij is marketeer met een eigen bedrijfje die het in crisis verkerend Spanje moeilijk heeft en nieuwe kracht en ideeën hoopt op te doen.
Escamplero
In Escamplero is een herberg wat na goed 13 km mij nog te vroeg is, zodat alleen doorgegaan wordt. Het dorp uit splitst de weg en is het rechtsaf 20 km naar Avilés, waar de Ruta del Norte op gepakt kan worden.
Holle wegen
Steeds maar weer de overweldigende natuur van Asturia die elke keer zorgt voor prachtige groene plaatjes, waar de felgele bloemen van de Teunisbloem uitspringen
Grote Teunisbloem
☼Teunisbloem of Oenothera
Afkomstig uit Amerika en inmiddels overal in Europa ingeburgerd op voedselarme nieuwe gronden en vooral bermen. Het betekent eigenlijk ezelsvanger (Oeno). De Nederlandse naam Teunisbloem is afkomstig van Sint Antonius van Padua, omdat de plant bloeit vanaf half juni. De felgele bloemen openen vooral ’s avonds en bloeien een dag. Uit de zaden kan olie gewonnen worden, dat een Panacee is tegen vele kwalen en zelfs zwangerschap bevordert!
Een gevoel van euforie overvalt mij in deze groene natuur onder ideale loopomstandigheden. Elke keer na een tocht is het even genoeg geweest, na thuiskomst begint al gauw de Camino weer te trekken. Een vorm van (lichte) verslaving? De geleden barre ontberingen zoals vorig jaar in La Mancha zijn vergeten en een nieuwe route wordt gezocht. Deze tocht maakt het pelgrimeren tot een waar festijn met een overcompensatie van groen, bloemen in een prachtige omgeving.
Het gehele Noorden van Spanje is door zijn groene bergen en de nabijheid van de oceaan uitermate geschikt om te lopen, wat in het dorre bloedhete zuiden niet in dezelfde mate te vinden is. Het is niet voor niets dat de Valencianen gewoon in Roncesvalles beginnen en niet vanaf thuis de Camino de Levante over Toledo nemen met zijn minimale voorzieningen.
Capila de Santa Ana
De omgeving is zo steeds weer een verrassing. Kleine kapelletjes staan bijna wel in elk dorp zoals hier in Valsera, terwijl ook voldoende Cafés zijn om op tijd uit te rusten.
Oude markante hakhout bossen
Mooi bestrate paden
De route volgt mooie paden die zelfs speciaal bestraat zijn om als Camino te dienen. Uiteindelijk wordt na Paladín de oever van de rivier de Nalón gevolgd.
De Nalón
In de verte lijkt het dal steeds smaller te worden met een soort doorbraak langs rotspartijen. Het pad loopt eerst over de Carretera, later er onderlangs over smalle paadjes door dicht struikgewas langs de oever.
Doorbraak langs rotspartijen
Langs de oever
Het is zelfs behoorlijk warm geworden, zodat het drukbezochte Café net voor de brug als geroepen komt. De eigenaresse is uitermate vriendelijk en zorgt voor de nodige Pinchos bij het biertje. Een als wielrenner uitgedoste fietser blijkt een Engelsman te zijn die een vakantiehuis in de buurt heeft en nog net een Menuutje op de kop tikt.
Brug bij Peñaflor
Over de brug ligt het dorpje Peñaflor ingeklemd tussen de rotspartijen met een opmerkelijk eenvoudig kerkje uit 1300 (!), prachtige Hórreos en een bijna verstilde hoofdstraat richting Grado.
Kerkje Peñaflor uit 1300
Verstilde hoofdstraat
Het laatste stuk loopt door vlak vloeiland gebied. Grado, het doel voor vandaag, ligt in de verte, wat goed uitkomt want de vermoeidheid laat zich gelden.
Vloeiland voor Grado
De Albuerge ligt nog een 4 km verder zodat in Grado een hotelletje gezocht wordt. Het gunstige Pension dat geadviseerd wordt blijkt opgeheven. Aan de overkant ligt Hotel Auto waar voor 26 euro een prima bed te krijgen is. De zenuwachtige receptionist wilde niet handelen en overlegde alles met moeder zodat maar gauw kwartier gemaakt wordt.
Wapen van Grado
Grado blijkt weinig opwindend hoewel het terrasje in de stad voor aardige momenten zorgt. Wandelmaatje Loes belt op deze wat bijzondere dag. Vandaag is het 10 jaar geleden dat we voor het eerst samen liepen in Winterswijk, wat gevierd moet worden. Ze is niet te houden en wil mij in Santiago ophalen. Goeie grutten wel een gedoe. Ze gaat eerst maar eens informeren wat de mogelijkheden zijn.
Na in de Autobar lekker gegeten te hebben lonkt het bed na 71,7 km!