19 Juni, Friol – Sobrado dos Monxes 26 km
Eten, slapen, pilsjes, ontbijt, het kostte alles bij elkaar 28 Euro. Kom daar maar eens om in Nederland. Friol uit gaat het gedeeltelijk schuin terug langs de Carretera tot voor een klein dorp linksaf geslagen wordt langs weer een snelweg.
Friol – Sobrado dos Monxes
Beek met stapstenen
De Carretera loopt compleet verlaten nog een kilometer door waarbij in de verte de middeleeuwse weertoren van Xía te zien is.
Verlaten Carretera met weertoren van Xía
Aan de rechterzijde is ineens een pad te zien met duidelijke pijlen. Gele maar vooral ook groene. Waarschijnlijk het alternatieve pad uitgezet door de Spaanse vrijwilligers. Dit moest ik maar eens proberen, dwars door de Bush en van het asfalt af.
Modderig pad met groene pijl op boom
Het pad is mooi maar de bandensporen zitten vol met grote plassen zodat het springen is om droge voeten te houden. Braamstruiken groeien over de weg. Nu wordt het toch tijd om een stok te snijden. Aan de kant wordt een dunne hazelaar met zowaar een gedraaide vorm gesneden. Deze vorm komt door de kamperfoelie die gedraaid naar boven groeit en in de stok dringt.
Steeds dichter
Het pad wordt steeds smaller maar is wel redelijk aangegeven. Wat een avontuur, dwars door de dichtgegroeide en overwoekerde paden. Soms is het de vraag of er nog wel een pad loopt?
Loopt hier een pad?
Zeker is wel dat hier al een hele tijd niemand overheen gekomen is, wat het ook wel spannend maakt. Het pad komt uiteindelijk weer uit op een bredere zandweg. Op de lagere stukken zijn eigenlijk geen droge voeten te houden. Bij het langs het randje lopen glijden de schoenen weg, waardoor met het gewicht van de rugzak in de berm op de bramen wordt gevallen. Een doorn komt in pijnlijke aanraking met de pees van de duim wat nog weken te voelen zal zijn.
Droge schoenen houden onmogelijk!
Het geworstel duurt nog een 500 m tot het meer de helling opgaat richting een bijna verlaten gehucht; Xía.
Xía
Er staat mij een hond op te wachten, die vriendelijk is maar toch omzichtig gerond wordt. Het is zijn territorium, nietwaar? De handen zijn schoongespoeld onder een kraan zodat weer goed verder gegaan kan worden. De route loopt nu verder over de kleine asfaltstraatjes met nieuwe aardige uitzichten.
In de lagere gedeelten loopt het weggetje door bosgebieden. De brem bloeit nog volop. Hoewel het al bijna zomer is. Een teken dat het voorjaar behoorlijk koud is geweest.
Normale Brem rechts vooraan, erachter een fijnere bloemvariant
In de koele dalen staan zelfs nog mannetjes orchissen, toch een voorjaarsbloem bij uitstek. Deze bloem heeft een soort extra aantrekkingskracht op mij. Het is tot een exotische plant geworden die voeger ook op de schrale gronden in Nederland overal voor kwam. Tegenwoordig komt de plant weer terug op natuurterreintjes met voedselarme gronden afgescheiden van de overbemeste landbouw percelen (Vragenderveen, Korenburgerveen in de Achterhoek).
☼ Mannetjes Orchis of Orchis Mascula
Is meestal roze/paars maar op deze route in de lichtere kleuren vanaf wit (alba) tot licht roze. Bloeit van april tot juni en kan tot wel 50 cm hoog worden. Komt in Spanje veel voor (op de CF tussen León en Foncebadon). In Nederland zeldzaam op de blauwgraslanden. De naam orchis betekent van oorsprong “teelbal” (Grieks), wegens de gelijkenis op een scrotum van de dubbele wortelknol. De sappigste van de twee knollen
werd door vrouwen gegeten om een zoon te baren. Ook werd poeder van de knol gemaakt (salep) gebruikt als geneesmiddel en afrodisiacum.
Alba Roze (León – Mazarife)
Albeiro is een bijna verlaten dorpje waar het tijd wordt na 11 km te rusten. Bij de boer op de stoep wordt een yoghurtje met banaan opgepeuzeld. Nergens is hier wat dan ook te krijgen.
Stopje in Albeiro
Volgende hellinkje
Bovenaan gaat het rechts via een poort een bos in met mooie zandpaden. De route is goed aangegeven en volstrekt verlaten. Nu wandelmaatje Loes 3 juli in Santiago aankomt heb ik nog wel even tijd zodat de vraag is wat te doen? Over 3 dagen is Santiago bereikt zodat nog zeker 10 dagen ter beschikking staan. Doorlopen naar Fisterre is de volgende optie en eventueel Muxía. Een mogelijkheid is nog naar Ferol te reizen bij A Coruña om de Camino Inglés in een paar dagen mee te nemen. Ik besluit niet te gaan stressen maar rustig afwachten hoe de dagen uitpakken en dan verder te zien. Met Loes en het thuisfront wordt natuurlijk regelmatig contact gehouden, zodat we precies weten hoe het er voorstaat (Wat zijn we de “Handy” toch als onmisbaar gaan ervaren!).
Door het bos
Het bos uit een mooi uitzicht op het volgende dal voor ons. Langs enkele dorpjes en over boeren erven wordt verder gelopen.
Volgende dal
De route golft over verschillende hellinkjes totdat bij de hoogte van Alto Paso een kwalijk maar niet minder bekend luchtje gaat overheersen; varkensschuren! In Nederland is deze stank steeds meer bedwongen met filters en bovendien is het aantal varkensfokkers afgenomen waardoor de lucht- en natuur kwaliteit behoorlijk zijn toegenomen. Vooral in de Achterhoek. Als ze mega fokkerijen willen bekijken moeten ze hier maar eens rondneuzen!
Reuzen varkensfokkerijen
Bergaf volgt bij het volgende kruispunt een verrassing; de kruising met de Ruta del Norte, die vanaf de kust hierlangs naar Sobrado dos Monxes loopt.
Kruispunt met de Ruta del Norte
Vanaf hier wordt het bekend terrein, gelopen in 2008 toen de complete kustroute gedaan werd over Gijón. Meteen zijn ook de eerste Pelgrims sinds het vertrek in Lugo te zien. Meson het volgende dorp is dichtbij met aan de doorgaande route een goed Restaurant; Cepa. Nog bekend van de vorige keer, echt een aanrader. Het eerste punt sinds vanmorgen waar iets is te krijgen zodat het er lekker van genomen wordt. Het zonnetje schijnt en het terras is heerlijk.
Na Meson
Sobrado ligt nog een 6 km grotendeels langs de Carretera verder. Een mooie onderbreking is het stuwmeertje halverwege.
Stuwmeertje voor Sobrado
Het laatste gedeelte loopt langs een binnenweggetje waarbij de torens van het klooster in de verte de weg wijzen.
Voor Sobrado
Sobrado wordt gedomineerd door het gelijknamige klooster. Tijdens de burgeroorlog zwaar beschadigd, daarna in het concordaat tussen Franco en de kerk als één van de eerste weer opgebouwd.
Escudo Sobrado dos Monxes
Klooster Sobrado dos Monxes
Voorgebouw Klooster
Het klooster ligt er indrukwekkend bij. Bij nadere inspectie is dat betrekkelijk. De torens worden overwoekerd door planten en struiken. Interessant is de toestand te vergelijken met die van 4 jaar geleden. Planten woekeren wel! Het grote gebouw achter de toren staat leeg en het kan niet lang duren voordat stenen naar beneden komen zeilen.
Ingang Kloosterhof
Net voor het klooster ligt de ingang naar de Refugio. De laatste is ten opzichte van 4 jaar geleden ingrijpend verbouwd. Ruimere kamers met veel bedden zijn ingericht die uitkomen op de Claustro. Het wassen gebeurt nog steeds primitief bij een slang waarbij water onhygiënisch de grasmat oploopt. De pater die de Pelgrims ontving is vervangen door een vrijwilliger. Kloosterlingen zijn er nog wel maar zitten in een moderner gedeelte van het gebouw. ’s Avonds kan deelgenomen worden aan een Vesper; op zich indrukwekkend met voor mij vraagtekens.
Refugio aan het Claustro
Op bepaalde tijden kan het klooster nader bekeken worden. Natuurlijk is het een indrukwekkend geheel waar vroeger honderden kloosterlingen woonden. Nu ademt alles een sfeer van vergane glorie en verval maar leuk om te ervaren en zeker een aanrader om te overnachten.
Sobrado dos Monxes indrukwekkend
in verval
De barretjes buiten de poort doen het goed (leve de Pelgrims). Leuke contacten zorgen voor een mooie avond waar, na een extra drankje ter ere van de jarige schoonzoon, om 22:00 uur het bed opgezocht wordt na 323,6 km!